Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Elk schip brengt er gemiddeld 4000 mede, en dat maakt reeds 20 millioen. Op de kusten van Noorwegen is het hetzelfde." "Goed," antwoordde Koenraad, "ik geloof mijnheer, ik zal ze niet natellen." "Wat?" "De elf millioen eieren; maar ik wilde toch éen opmerking maken." "Welke?"

"De voelarmen en de staart van deze dieren groeien telkens opnieuw aan, en in zeven jaren tijds heeft de staart van den inktvisch van Bouguer zeker tijd genoeg gehad om aan te groeien." "Bovendien," antwoordde Koenraad, "als dit dier het al niet is, dan is het misschien een van deze hier." Werkelijk verschenen andere dieren voor het andere raam. Ik telden er zeven.

Toen ik hun vertelde dat wij binnen twee dagen in de Middellandsche Zee zouden zijn, klapte Koenraad in de handen, maar de Amerikaan trok de schouders op. "Een onderzeesche tunnel!" riep hij uit, "een gemeenschap tusschen de beide zeeën! Wie heeft daar ooit van gehoord?" "Vriend Ned," zei Koenraad, "hadt gij ooit van den Nautilus hooren spreken? Neen! En toch bestaat die.

Koenraad meende het oprecht, maar ik was het niet met hem eens; echter was de toestand sinds eenige minuten veranderd, zooals wij bemerkten. Een twintigtal prauwen omringden ons; die vaartuigen van uitgeholde boomstammen gemaakt, waren lang, smal, vlug in de vaart, en bleven recht op het water liggen door twee bamboezen zwaarden, welke aan weerszijden op het water steunden.

Ik wierp een laatsten blik op het schip, dat de snelheid vermeerderde. Daarna ging ik weer naar Koenraad en Ned Land. "Wij zullen vluchten!" zei ik. "Goed," antwoordde Ned! "maar wat is het voor een schip?" "Ik weet het niet; maar waar het ook vandaan zij, vóór middernacht is het in den grond geboord.

Koenraad las den brief, welke aldus luidde: "Aymer, door Gods genade, Prior van het huis der Cisterciënsers van de Heilige Maria van Jorvaulx, wenscht den Ridder Brian de Bois-Guilbert, van de heilige Orde des Tempels, gezondheid, met de gunst van God Bacchus en van Vrouw Venus.

"Dat is dan toch een feit," zei Ned Land. "Ontwijfelbaar, wakkere Ned; ook heeft men daarom voorgesteld dien inktvisch 'de inktvisch van Bouguer' te noemen." "En hoe lang was hij?" vroeg de Amerikaan. "Was hij geen zes meter ongeveer lang?" vroeg Koenraad, die aan een raam naar de kloven in de rotsen stond te kijken. "Juist," antwoordde ik.

"Dochter van een vervloekten stam," zei de Preceptor, "sta op en volg ons!" "Waarheen?" vroeg Rebekka, "en waartoe?" "Meisje," antwoordde Koenraad, "het past u niet te vragen; maar te gehoorzamen. Evenwel moogt gij vernemen, dat gij voor de vierschaar van den Grootmeester van onze Heilige Orde zult gebracht worden, om daar rekenschap van uwe zonde te geven."

"Het is geen walvisch," zei de harpoenier, die het voorwerp niet uit het oog verloor. "De walvisschen en ik zijn oude kennissen, en ik zou mij daarin met bedriegen." "Laten wij maar wachten," merkte Koenraad op; "de Nautilus gaat dien kant uit, en spoedig zullen wij zien wat het is." Inderdaad, het zwarte voorwerp was weldra geen vier kilometer meer van ons af.

"Mijnheer vergunt mij zeker wel om een opmerking te maken," zei Koenraad toen; "die arme Ned denkt aan alles wat hij niet krijgen kan; zijn geheele vroegere leven komt hem weer voor den geest; hij treurt om alles wat wij missen; zijn vroegere herinneringen kwellen hem, zijn gemoed is vol; men moet hem begrijpen. Wat kan hij hier uitrichten?

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek