Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
"Vriend Prior," hernam de heremiet, "ge moet weten, dat ik tot een klein bisdom behoor, waar ik mijn eigen bisschop ben, en dat ik mij even weinig om den bisschop van York als om den Abt van Jorvaulx, den Prior en het geheele klooster bekommer."
"Behandeld!" riep de priester, aangemoedigd door den zachten toon van den aanvoerder; "men moest geen hond van goed ras zoo behandelen, veel minder een Christen, nog veel minder een priester, en het allerminst den Prior van de heilige broederschap van Jorvaulx.
Doorzoekt hem, slaven; want zoo gij u weer een valschen priester laat opdringen, zal ik u de oogen laten uitsteken, en gloeiende kolen in de holten doen!" "Ik onderwerp mij aan uw toorn, gestrenge heer," zei Gilles, "als dit geen echte kaalkop is. Uw schildknaap Jocelijn kent hem wel, en wil er voor instaan, dat het broeder Ambrosius is, een monnik uit het gevolg van den Prior van Jorvaulx."
"Met zes man, en goede hoop op buit, als het St. Nicolaas behaagt." "Vroom gesproken," zei Locksley; "en waar is Allen-a-Dale?" "Op weg naar Watling, om op den Prior van Jorvaulx te wachten." "Ook goed," hernam de kapitein. "En waar is de monnik?" "In zijn cel." "Daar ga ik heen," zei Locksley. "Verstrooit u en zoekt uwe makkers op.
Maar het zonderlinge voorkomen van zijn reisgenoot en diens bedienden trok hunne aandacht, en verwekte hunne verwondering zoo, dat ze nauwelijks de vraag van den Prior van Jorvaulx hoorden: "of ze eenige herberg in de nabuurschap kenden;" zoo zeer waren zij verrast door het half kloosterlijk en half krijgshaftig uiterlijk van den zwartverbranden vreemdeling, en door de zonderlinge kleeding en wapenen van zijn Oostersche bedienden.
"Daar, Prior," zei de kapitein, "zijn pennen genoeg voor alle monniken van Jorvaulx gedurende de eerste honderd jaren, als ze niet beginnen kronieken te schrijven."
"Ge zijt vrienden en bondgenooten van onzen eerwaarden vader in God, Aymer, Prior van Jorvaulx," hernam de monnik, zonder acht te slaan op den toon van De Bracy's antwoord; "ge zijt hem hulp verschuldigd, zoowel wegens uw gelofte als ridders, als uit Christelijke liefde. Want wat zegt de gezegende St. Augustinus in zijn verhandeling De Civitate Dei, "
Den monnik herkende hij terstond voor den Prior van de Abdij van Jorvaulx, overal in het rond welbekend als een liefhebber van de jacht, van goede sier, en, zoo de faam hem geen onrecht deed, van andere wereldsche vermaken, die nog minder bestaanbaar waren met zijne kloostergeloften.
"Gij zijt een dolle vent," antwoordde de kapitein; "maar uw plan is heerlijk! Hier Jood! kom hier. Beschouw dien eerwaarden vader Aymer, Prior van de rijke Abdij van Jorvaulx, en zeg ons, hoe hoog wij zijn losgeld stellen kunnen? Gij kent zeker de inkomsten van zijn klooster?"
"Vrees niets," zei hij, "voor uw ellendig leven, Jood, indien gij oprecht in deze zaak te werk gaat. Ik vraag nog eens, wat hebt gij met Brian de Bois-Guilbert te doen?" "Ik ben de overbrenger van een brief," stamelde de Jood, "met uw verlof, hoogeerwaarde en gestrenge heer, voor dezen dapperen ridder van den Prior Aymer, van de Abdij van Jorvaulx."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek