Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Alle Honden slapen graag en dikwijls, maar met tusschenpoozen; hun slaap is zeer licht en onrustig en gaat dikwijls van droomen vergezeld, zooals blijkt uit het kwispelstaarten, de spiersamentrekkingen, het knorren en het zachte blaffen gedurende den slaap.

Vervolgens zijne vrouw, zijn Kalleken, in de armen drukkend, voegde hij er bij: Kijk, gij moogt knorren of balken, maar ik neem ze mee, gij zult ze niet langer geeselen! Maar de monnik, in woede ontstoken, zeide tot Kalleken: Gij keert dus terug naar uw leger van wellust, o zinnelijke vrouwe!

Het knorren der mannetjes neemt toe en de geheele kudde duikt spelende op en neder in den stroom; af en toe begint zelfs een dartel gestoei. Vooral in de nabijheid van schepen vertoonen zij zich gaarne, naar het schijnt; ook begeleiden zij booten, die des avonds varen, over een grooten afstand.

Ik krijg er waarlijk hoofdpijn van, als ik naar hem opkijk.» «Je moet niet op hem knorrenzei de pleegmoeder. «Hij kruipt immers heel voorzichtig; wij zullen zeker veel vreugde aan hem beleven; en wij oudjes hebben immers niets anders, waarvoor wij leven. Maar heb je er wel eens over nagedacht, waar wij een vrouw voor hem vandaan zullen krijgen!

De klasse boog 't hoofd onder den storm, ofschoon zij er aan gewend was; maar kleine Marius ging bevend voort met lezen en kreeg heel veel knorren omdat hij niet hard genoeg sprak.

Wanneer er echter gevaar te duchten is door de nadering van een mensch of van een Roofdier, worden van allerlei leden van het gezelschap de meest verschillende geluiden vernomen. Het best kan men het mengelmoes van stemmen van een opgewondene Hamadryas-bende met het knorren en krijschen van een talrijke kudde Zwijnen vergelijken.

Nog schrijft Van Bavik; en Fik, die tot nu toe door ons onopgemerkt in zijn nest achter de kachel sliep, Fik begint te knorren want, de deur wordt geopend; de kasteleinsche treedt binnen, en brengt de boodschap van den knecht van Vredelust over: "En komplement en of burgemeester plezier had om morgen tegen vijf uren familiaar bij mijnheer Gliekke te komen dineeren om verder ook familiaar het avondje te passeeren?"

"In 't geheel niet," antwoordde de Fries: "'t is toch hun tijd: komaan, Madzy!" vervolgde hij tot een klein vierjarig meisje, schoon als de dag, dat haar bloempjes bijeenpakte: "rep u wat, kind! Sytsken mocht op u knorren." "Madzy!" herhaalde de reiziger, blijkbaar ontroerd: "is dat kind een dochtertje van de Vrouwe van Aylva?"

Lieve kind, laat onmiddellijk de likeuren komen. Hoe zit jij daar zoo te druilen, Lorre?" "Hij heeft knorren gehad, papa," antwoordde de dochter, "omdat hij andere woorden spreekt dan die ik hem geleerd heb." "Allemaal gekheid! Hoe meer woorden hoe beter! Poes, poes! kopje krauwen! gekskap!..." "Papa, ik had het waarlijk liever niet." "Nu, nu, Harriot my dear! Ik zal 't niet weer doen.

Als die nou maar gauw kwam. Zoo'n spéélsche jongen. Trui kon d'r elk oogenblik zijn. Dan had je de poppen an 't dansen, dan was d'r weer ruzie en knorren. Waar bleef die nou? Ze had 't nog zóó gezegd. Daar ging de bel. Was 't Trui of een van de kinderen? Nou dee de meid open. Hij was 't. Sjors alleen bonsde zoo de trappen op zonder z'n voeten te vegen. Goddank. "Ben jij 't Sjors?" "Ja gromoe."

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek