Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Zie! daar moet ik nu zitten en ik moet bakken en braden tot in den nacht; want hij eet zijn avondeten eerst 's nachts, klokke elf, en 't wordt soms wel twaalf ook, en als 't lieve eten uitgedroogd of te hard gebraden is, dan gaat hij aan 't knorren en onze mevrouw is zeer weekhartig en dan begint zij te schreien. Dan zeg ik: Och mevrouw! waarom huilt gij?

Ziezoo, wees voorzichtig, val niet.... Ga daar nu maar achter op de bank zitten." " Piet! als we nu maar geen knorren krijgen. Denkt gij niet? want anders ga ik er nog liever weer uit." "Neen, volstrekt niet! Als ge nu maar heel stil blijft zitten." "Geef mij dan nu de bloemen; ge kunt ze nu toch niet vasthouden."

Dwazen, zotten, domkoppen en narren zijn veel gelukkiger dan wijzen. Anderzijds stelt hij de gewone menschen in veel opzichten boven de geleerden en groote mannen, en die Gryllus was vrij wat wijzer dan de schrandere Ulixes, daar hij liever in een varkenskot wilde knorren dan met hem de speelbal worden van zooveel rampzalige ongevallen.

Dat ging nu minder vlot, want onder de woning waren varkensstallen afgeschut, waarin een groote menigte krulstaarten verblijf hield. Enkele van de opgeschikte dieren begonnen te knorren. Onmiddellijk klonk er een woedend hondengeblaf uit de woning. Daar binnen was in een oogwenk alles in rep en roer. Vrouwen en kinderen gilden; dreigende mannenstemmen brulden van woede.

Men hoort ze menigmaal dicht naast zich in het kreupelhout knorren, nog vaker echter op een zeer eigenaardige, tevreden wijze brommen. Als zij opgejaagd worden, laten zij zelden hun stem hooren, maar trekken zich veeleer, op de hen beschuttende boomen en struiken vertrouwend, zonder gedruisch te maken terug. Zij hebben een taai leven en gaan met een goed gemikte kogel dikwijls nog ver door.

De donna, wien het scheen, dat zij haar man hoorde knorren, bemerkte opeens, waar zij was en met wien. Daarom als slimme vrouw, zonder een woord spreken, stond zij dadelijk op en na de wieg van haar zoontje te hebben opgenomen, droeg zij die met overleg naast het bed, waar hun dochter sliep en ging naast deze liggen. Daarna doende of zij ontwaakt was, vroeg zij hem, wat hij met Pinuccio sprak.

De avond valt; de manschappen, rondom de vuren gezeten, rooken en praten; dan wordt het nacht, en ieder vlijt zich neer op een bed van groene bladeren, beveiligd door een muskietenscherm. Onze slaap is niet vast, en wordt telkens gestoord door zonderlinge geluiden: het brullen of knorren van wilde dieren, het schreeuwen van nachtvogels en het verschrikkelijk gehuil der brulapen.

Bij ons zijn zij meestal zeer prikkelbaar; zoodra men ze aanraakt, knorren zij als kwaadaardige Honden; hunne groene, glinsterende oogen schitteren dan vurig en valsch. Als zij met andere dieren van hun soort in één hok zijn opgesloten, houden zij geen vrede.

Zoodra de Honden de komst van hunne meesters bemerken, huilen zij luid van vreugde en gaan woedend op hun tegenpartij los. Het Stekelvarken tracht hen terug te drijven door op allerlei toonhoogten te ratelen, te grommen en te knorren; het verweert zich zoo goed mogelijk met zijne naar alle richtingen uitgestoken speren.

Eenige brommen, andere fluiten, andere knorren, bij andere komt diep uit de borst het geluid "hoe-hoe-hoe-hoe", van nog andere kan men de stem door de lettergrepen "racka racka" nabootsen. Gedurende den paartijd schreeuwen zij het meest, vooral in den vroegen morgen. Het voedsel van de Hokko's in de vrije natuur bestaat hoofdzakelijk, misschien geheel, uit vruchten.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek