Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Ulloa, die over Braziliaansche dieren schreef, heeft een aardige brug uitgevonden, die aan de arme, in 't zwemmen onbedrevene Brulapen stellig goede diensten zou bewijzen, indien zij er slechts gebruik van wilden maken.

Zij zijn de Brulapen van de Oude Wereld, de morgenwekkers van de Maleische bergbewoners en tevens een bron van ergernis voor de stedelingen, wie zij het verblijf in hunne villa's verbitteren. Het heet, dat men hun geschreeuw op een afstand van een Engelsche mijl hooren kan.

Elk van deze benden gaat gedurende het zoeken van 't voedsel kalm en rustig haar gang zonder zich om andere ongevaarlijke wezens te bekommeren. Hun beweging verdient den naam van vlug, wanneer men haar met die der Brulapen vergelijkt. De geschiktheid tot klimmen en loopen op de boomen wordt bevorderd door de aanzienlijke lengte van de ledematen.

Weinige dieren zijn zoo geheel aan de boomen gebonden als de Brulapen. Zij komen hoogst zelden op den grond, waarschijnlijk dan, als het hun onmogelijk is te drinken op de gewone wijze, n.l. door te gaan hangen aan de takken en slingerplanten, die het dichtst bij den oever groeien. Humboldt zegt, dat zij niet in staat zijn om reizen of zelfs wandelingen over den vlakken bodem te doen. De Indianen beweren, dat de Brulapen menigmaal breede stroomen overtrekken. Rengger houdt dit bericht voor een sprookje, dat den vreemdeling op de mouw wordt gespeld. "Zij zijn," zegt hij, "zoo bang voor het water, dat zij eerder verhongeren zullen, dan pogingen aan te wenden om zwemmend een anderen boom te bereiken, wanneer zij na een snelle rijzing van den waterstand in den stroom door het hun antipathische element op een boom zijn ingesloten. Zoo ontmoette ik eens zulk een bende Apen in een boom, die aan alle zijden door 't water omringd was; deze dieren waren uiterst vermagerd en konden zich uit zwakte nauwelijks meer bewegen. Zij hadden niet slechts alle bladen en jonge takken, maar zelfs een deel van den schors van den boom verslonden. Om het naastbijgelegen woud te bereiken, zouden zij slechts 18

Over dag houden de Brulapen zich bij voorkeur op in de hoogste boomen van het woud; bij 't begin van de schemering trekken zij zich in het dichte, met slingerplanten doorvlochten loover van de lage boomen terug en gaan hier slapen. Langzaam, bijna kruipend klauteren zij van tak tot tak, zoeken bladen en knoppen uit, die zij langzaam met de hand afplukken en even langzaam naar den mond brengen.

Deze levendige beschrijving bewijst ons voldoende, dat de Brulapen hoogst eigenaardige wezens zijn.

Deze schuwen het water in hooge mate; men heeft een bijna verhongerde familie van Brulapen gevonden op een boom, welks voet na een overstrooming door het water omgeven was; de Apen hadden zich niet door het water heen naar de op 't droge staande boomen durven begeven, ofschoon deze nauwelijks 60 schreden van hen verwijderd waren.

De staart, welks lengte die van het lichaam overtreft, is een even volmaakte rolstaart als die van vele Buideldieren of van de Brulapen. In volwassen toestand is de Rolstaartbeer 90 cM. lang, waarvan 47 cM. op den staart komen, terwijl de schouderhoogte 17 cM. bedraagt.

Als de persoon, waaraan de Brulaap zich gehecht heeft, voor eenigen tijd afwezig is, dan hoort men den Aap aanhoudend rochelen en schreeuwen, hetwelk hoogst onaangenaam is. Bovendien verbreidt hij een eigenaardigen walgelijken reuk, die zoo sterk is, dat men de nabijheid van Brulapen in het woud gemakkelijk door den reuk kan gewaar worden. Zij brengen slechts één jong ter wereld.

Hun voornaamste vijand is de "Kuif-Arend." Als men op Brulapen schiet, loopen zij zoo schielijk mogelijk weg; zelfs ongewonde dieren laten soms gedurende hun vlucht uitwerpselen vallen; dit is geregeld het geval bij zwaar gewonde dieren, die zich niet meer redden kunnen, vooral als zij van den eenen boom op den anderen willen overgaan, en in den hoogsten angst geraken.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek