United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


In 1847 vond men in de bovenste triaslaag van Stuttgart den tand van een klein zoogdier, microlestes genaamd. Sedert dien tijd heeft men zoowel daar, als in het bovenste trias van Somersetshire en in Noord-Carolina eenige andere fossiele kaken gevonden, die hadden toebehoord aan kleine buideldieren of aan lager staande insecteneters.

Pallas beschouwde ze, op grond van hun uitwendig voorkomen en hun levenswijze als Knaagdieren, Oken meende, dat zij aan de Buideldieren verwant zouden zijn, Cuvier plaatste ze in zijn orde van de Veelhoevigen. Wij behandelen ze hier te recht of te onrecht, dit zij in 't midden gelaten als een groep van de Orde der Onevenvingerigen. Zij vormen slechts één familie.

Deze meening vond o. a. steun in de omstandigheid, dat de Dingo met uitzondering van eenige Vleermuizen en op Muizen gelijkende Knaagdieren het eenige Zoogdier van Australië is, dat niet tot de Buideldieren of Kloakdieren behoort.

Wij hebben vroeger reeds gesproken over hun eerste optreden in den vorm van buideldieren. Die lagere zoogdieren zijn in Europa de voorgangers der placentaire zoogdieren geweest; na daar in de secundaire periode te hebben geleefd, zijn zij in de eocene periode zeldzaam geworden en in het midden der miocene periode verdwenen.

De vooruitgang openbaart zich in alle afdeelingen van het dierenrijk. Wij hebben reeds in het vorige hoofdstuk gezien, dat de dikhuidigen, lophiodons, paleotheriums, anoplotheriums, naar alle waarschijnlijkheid zijn voortgekomen uit de buideldieren, en wel in het begin der eocene periode.

Men vindt zelfs herinneringen aan den bouw der buideldieren bij dieren, die het voorkomen hebben van ware placentaire dieren; zoo heeft de amphicyon, die tot de familie der honden behoort, hetzelfde aantal bovenachterkiezen als de buideldieren en zijn schouderblad gelijkt meer op dat van die dieren dan op dat der honden. De cynodon is verwant aan den hond en de civetkat.

De naam yan thylacomorphus, waaronder die schedel is ingeschreven, toont aan, dat hij, volgens den geleerden directeur van het Museüm, verwantschap had met de buideldieren. Bekwame paleontologen hebben gemeend, dat het dier tot de placentaire zoogdieren behoorde; het is echter voornamelijk uit den vorm van den schedel gebleken, dat het meer tot de buideldieren naderde.

Over 't algemeen is zoomin het nut als het nadeel dat de Buideldieren teweegbrengen, van noemenswaardig belang. Slechts van weinige worden het vleesch en het vel gebruikt, met de overige weet men niets aan te vangen.

Nog niet lang geleden, in 1884, heeft Lemoine in de lagere eocene formatie in de omstreken van Parijs een zoogdier gevonden, dat hij den naam gegeven heeft van pleuraspidotherium. Dat dier was verwant aan de buideldieren en het paleotherium.

Wij mogen ons dus afvragen, of de placentaire zoogdieren niet afstammen van de buideldieren.