United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


Oken splitst de klasse der Vogels in twee hoofdgroepen of "trappen": Nestblijvers en Nestvlieders. "Ik let," zegt hij, "op de ontwikkeling der Vogels. Sommige komen naakt en blind uit het ei en moeten daarom lang gevoederd worden. Deze noem ik Nestblijvers. De overige komen ziende en reeds tamelijk dicht bevederd uit het ei, kunnen bijna dadelijk loopen en hun voedsel zoeken.

Oken, de overeenkomst tusschen de Apen en den mensch besprekend, zegt: "De Apen gelijken op den mensch, voor zoover deze slechte gewoonten en onhebbelijkheden heeft. Zij zijn boosaardig, valsch, listig, diefachtig en onwelvoeglijk; zij leeren een menigte potsen maken; maar zijn ongehoorzaam, en bederven dikwijls de pret door midden in het spel een onbeschofte kwajongensstreek uit te halen.

Pallas beschouwde ze, op grond van hun uitwendig voorkomen en hun levenswijze als Knaagdieren, Oken meende, dat zij aan de Buideldieren verwant zouden zijn, Cuvier plaatste ze in zijn orde van de Veelhoevigen. Wij behandelen ze hier te recht of te onrecht, dit zij in 't midden gelaten als een groep van de Orde der Onevenvingerigen. Zij vormen slechts één familie.

Vele "Stappers, Loopers, Alleseters" en hoe Oken de leden van een zijner "trappen" al niet meer genoemd heeft, zijn Nestblijvers en geen Nestvlieders; wij zouden dus nauw verwante vormen van elkander moeten scheiden, als wij het denkbeeld van Oken letterlijk wilden toepassen.