Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


De eocene periode kenmerkt zich door eenen merkwaardigen rijkdom en eene groote verscheidenheid van soorten van dikhuidigen, die onder de viervoetige dieren van onzen tijd niet meer gevonden worden; zij kwamen overeen met de tapirs, de rhinocerossen en de kameelen. Het zijn de paleotheriums, lophiodons, anoplotheriums, anthracotheriums, cheropotami, adapis, alle door Cuvier ontdekt.

De verschillende soorten verschillen onderling in grootte; de kleinste waren nauwelijks zoo groot als een lammetje; ook vindt men kleine verschillen in den vorm der tanden, die wij hier niet zullen bespreken. In de bovenste lagen van de Parijsche grofkalk heeft men een groot aantal fossiele beenderen van lophiodons gevonden.

De lophiodons zijn nog nader verwant met de tapirs dan de paleotheriums, daar ook hunne benedenkiezen dwarse verhevenheden bezitten. In enkele opzichten wijken zij er echter weder van af. Cuvier heeft in Frankrijk 12 soorten ontdekt, alle begraven in mergel, uit zoetwater gevormd, en met limneïden gevuld.

De vooruitgang openbaart zich in alle afdeelingen van het dierenrijk. Wij hebben reeds in het vorige hoofdstuk gezien, dat de dikhuidigen, lophiodons, paleotheriums, anoplotheriums, naar alle waarschijnlijkheid zijn voortgekomen uit de buideldieren, en wel in het begin der eocene periode.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek