United States or Haiti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoevelen van die kleine wezens waren er niet noodig, opdat hunne opeengestapelde overblijfselen zoo uitgestrekte krijtbanken konden vormen! De grofkalk uit de omstreken van Parijs is op sommige plaatsen zóó vol van die overblijfselen, dat een cubieke centimeter uit de groeven van Gentilly er minstens 20000 bevat; dit geeft dus 20 milliard op 1 cub. meter.

De verschillende soorten verschillen onderling in grootte; de kleinste waren nauwelijks zoo groot als een lammetje; ook vindt men kleine verschillen in den vorm der tanden, die wij hier niet zullen bespreken. In de bovenste lagen van de Parijsche grofkalk heeft men een groot aantal fossiele beenderen van lophiodons gevonden.

Dit zijn de laatste overblijfselen van eene laag, die ons aantoont, dat de lagere grofkalkzee zich in die richting tot zóóver uitstrekte en in België werd voortgezet in eene straat, die langs de Sommevallei het departement du Nord in zijne geheele uitgestrektheid doorsneed. Bovenste grofkalk.

Na die afwisseling van zoetwater- en zeevorming, die het einde aanwijst der grofkalk, heeft de terugkeer van de zee in het bekken van Parijs weer het aanzijn geschonken aan een zandbezinksel, welks fauna weinig met die der grofkalk verschilt. Met een aantal soorten aan de beide lagen eigen, vindt men nog eene geheel aan de laatste laag eigen soort van nummuliet. Bovenste grofkalk van St.-Ouen.

Het grofkalk bevat eene verzameling van fossielenhoudende kalksteenen, die uitstekende bouwsteenen opleveren; de vlakte der laag bedraagt van 30 tot 35 meters; beneden vindt men grof zand met kleine zwarte vuursteenen en groene korrels glaukoniet, die dikwijls aan elkander verbonden zijn door kalksteen; het bevat tanden van zeehonden, kleine poliepen en eene groote nummulietsoort, die in het grofkalk zeer veel voorkomt.

Het glaukonietzand te Vaurigard en Vauves, dat daar de keien bedekt, behoort tot de grofkalklaag en wijst het begin aan der middelste eocene periode. Middelste Eocene Formatie. Onderste grofkalk.

Het bovenste grofkalk verliest weder het karakter eener zeevorming, aan de vorige lagen eigen, en wijst op eene kustformatie. Het bevat aan de benedenoppervlakte een zoetwatervlak besloten tusschen twee zeebanken, die ieder gekenmerkt zijn door den overvloed van cerithiden, die daar voorkomen met buikpootige brakwater-weekdieren. Men vindt daar ook den lophiodon.