Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
Deze stem, welke na die van de Brulapen, de krachtigste en verst hoorbare is, welke bij de daar inheemsche Apen voorkomt, verraadt hun aanwezigheid reeds van verre aan den jager, die ze wegens hun malsch en lekker vleesch ijverig vervolgt. Zij zijn buitengewoon zachtaardig van natuur, en worden in de hoogste mate tam en aanhankelijk.
Het eerste geval doet zich voor bij de Meerkatten; ik zag eenige van deze dieren met groote snelheid den Blauwen Nijl overzwemmen. Tot de minst bekwame zwemmers behooren waarschijnlijk de Bavianen en misschien ook de Brulapen.
De staart van de Brulapen is zeer lang, met een aan de onderzijde onbehaard uiteinde voorzien, rijk aan zenuwen en bloedvaten en zeer gespierd; dit orgaan is dus zeer geschikt tot grijpwerktuig. De Brulapen zijn zeer verbreid; zij worden in bijna alle landen en gewesten van Zuid-Amerika aangetroffen.
De avond valt; de manschappen, rondom de vuren gezeten, rooken en praten; dan wordt het nacht, en ieder vlijt zich neer op een bed van groene bladeren, beveiligd door een muskietenscherm. Onze slaap is niet vast, en wordt telkens gestoord door zonderlinge geluiden: het brullen of knorren van wilde dieren, het schreeuwen van nachtvogels en het verschrikkelijk gehuil der brulapen.
Hun romp is ineengedrongen, hun kop hoog, piramidevormig, de snuit vooruitstekend; de duim van de voorhand is dun. Het dichte haarkleed is aan de kin bij wijze van een baard verlengd. Als een eigenaardig kenmerk van de Brulapen, moeten wij in de eerste plaats het blaasvormig gezwollen tongbeen vermelden. Alexander von Humboldt was de eerste natuuronderzoeker, die dit orgaan ontleedde.
Het woud is hier verwonderlijk schoon, en rijk aan allerlei wild; papegaaien en aras doen de lucht weergalmen van hunne snijdende kreten; geelgekuifde hoccos bewegen zich zwijgend in de hoogste takken, van waar groote brulapen ons met nieuwsgierige blikken gadeslaan; een troep wilde zwijnen rent in dolle vaart langs ons heen.
Zonder eenige overdrijving kan men beweren, dat hun geheele handel en wandel een samenvoeging van allerlei zonderlingheden is, en daardoor aan den waarnemer een ruim onderzoekingsveld aanbiedt; terwijl men aan den anderen kant erkennen moet, dat de Indianen te verontschuldigen zijn, als zij de Brulapen wegens hun droefgeestig voorkomen en vervelend gezang minachten en haten.
Van verstand was bij hen weinig te bespeuren: zij gaven niet veel meer om hun oppasser dan om vreemdelingen en lieten zich niet tot iets africhten. Van andere getemde Brulapen verhaalt Von Wied, dat zij voor hun heer een buitengewone genegenheid gevoelden, en dat zij jammerlijk begonnen te schreeuwen, als deze zich slechts voor een oogenblik verwijderde.
"Na mijn aankomst", zegt de door zijne uitmuntende beschrijvingen bekende Schomburgk, "had ik bij het op- en ondergaan van de zon het verschrikkelijk gehuil van de talrijke Brulapen uit het oerwoud tot mij hooren komen, zonder dat het mij op mijne zwerftochten gelukt was, de dieren zelf te vinden.
Onze beste geweren kunnen trouwens niet concurreeren met de blaaspijp, het vreeselijk en toch zoo eenvoudig wapen der Indianen. Daarom valt het den Roodhuiden veel gemakkelijker dan ons, om Brulapen te dooden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek