United States or Kiribati ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kort daar op kwam de jonge Heer t'huis, die nog niets wist. Blankaart sloop in de Kraamkamer, haalde het Kind uit de wieg, en liet het Cornelis zien: "He! Maatje, wat zeg je me van zo een knaap?"

Het tweelingpaar dat daar rustte onder de kronen, moest die eenmaal mogen dragen. En die knaap daar op het kussen? Antonius had reeds zoovele rijken weggeschonken; wat bleef haar thans nog te geven over? Nog eens boog zij zich over het kind. Er moest een schoone droom op hem nedergedaald zijn, want hij glimlachte in zijn slaap.

Mij bekennen misschien zoodra ik hem het geld voor zijn dwaasheid weigeren moet dat hij nu mede geheel overtuigd is van 'tgeen zijn vrouw mij verwijten dorst, dat ik.... ha! dat ik ben: én trotsch én schriel!" "Goeje hemel, generaal!" "Nu weet je het knaap. En 't is goed misschien dat de vertrouwde van dokter Helmond het weet, om ervan te kunnen gruwen.

Op verlangen van de beide kinderen, mijn leerlingetje van tien jaar en een driesten knaap van ruim zeven, blijf ik dan bij hen koffiedrinken. Daarna gaan we "en familie" naar Artis. Dat vinden we allemaal echt genoegelijk. Vader is een ingewijde. Hij leert ons de belangrijkste kleinigheden omtrent de daar aanwezige dieren en planten. En op zoo een gezellige wijze.

Hij legt zijne hand in de zijne, en zegt: "En aan U, mijn trouwe knaap, draag ik de zorg op, niet alleen voor mijn kasteel en voor mijne overige bezittingen, maar ook voor het dierbaarste, dat ik bezit" voor mijne lieve gemalin. We beleven vreemde tijden, Jonker, en niemand weet tegenwoordig, of de dag van morgen vrede of oorlog zal brengen.

Zoodra dan ook de schemering valt, wordt de arbeid gestaakt, men verpoost zich wat en houdt een buurpraatje op de houten of steenen bank, die terzijde van de stoep aan vele woningen aangebracht is, waarna het niet lang duurt, of allen begeven zich ter ruste, om den volgenden morgen met het krieken van den dag de taak weer te hervatten. Daar komt een knaap ons al zoekende te gemoet.

Als dan de lente, lang verwacht, Verscheen in de eerste bloemenpracht, Als 't gras, fluweelig uitgespreid, Doorvloeid was van welriekendheid: Dan vlood de knaap de doffe kluis, En voelde eerst aan uw zoom zich thuis! Dáar hoorde hij den kwartel slaan, Dáar lachte hem 't viooltjen aan, Zoo jong en frisch, zoo frisch en blijd, Als gij, mijn beekjen! zelve zijt.

Ik zeide u reeds, toen ik haar zelf voor de eerste maal zag, was ik nog een knaap, en zij een achtjarig kind." Barine zag Archibius dankbaar aan, bracht toen aan haar moeder het spinnewiel, goot water bij den wijn in het mengvat, en dook daarna weder diep in de kussens weg.

"Dat behoeft niet Dominee," was het antwoord: "want ik heb hem reeds alles gezegd." "Alles? is het mogelijk?" "Alles! dat is te zeggen, op eenige uitzonderingen na. Doch neem een stoel Dominee: ik zal u mijn onderhoud met den knaap verhalen. Ga gerust zitten. Door dien stoel zult gij zoo licht niet heen zakken, als ik gisteren door den uwen."

De knaap, die den prins niet kende, maar toch wel begreep dat hij niet zijns gelijke was, antwoordde op eerbiedigen toon: "Ik had een leelijken val kunnen doen, jongeheer! Gelukkig, dat ik den stijl kon bereiken; anders had ik mijn zwemkunst moeten gebruiken." "En was je niet verschrikt?" vraagde de Prins. "Verschrikt? Dat zou ik geweest zijn, als ik den stijl niet had gezien.