Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


Gorter betoogt dus, dat het niet van de algemeene menschelijkheid, de onveranderlijke, is waarvan kunst gemaakt is en wordt, maar van de menschelijkheid, zooals zij door de maatschappijvormen (productieverhoudingen) gespecialiseerd is. Hij bewijst dat verder zoowel aan het door Kloos aangehaalde voorbeeld der Antigone als aan zeer vele andere kunstwerken. Hij betoogt, dat die aldus gespecialiseerde menschelijkheid van bijv. den tijd der Antigone bijna niets doet, niets weet, niets zegt, zooals ònze menschelijkheid zoude voelen, doen, zeggen. Dit betoog, dat hier natuurlijk niet in zijn geheel kan worden overgenomen, schijnt mij toe, gelijk ik [p.114] reeds zei, waarheid te bevatten. Het is dus niet de algemeene menschelijkheid, die ons in een kunstwerk kan ontroeren en verheugen. Maar tot hiertoe samengaande met Gorter, scheiden zich nu onze wegen. Want dat de gespecialiseerde menschelijkheid, een iets geboren uit zoo vergankelijke dingen als de invloeden van tijd en plaats, vergankelijk wezen moet en zij het dus niet zijn kan, die ons na duizenden jaren nog ontroert ik heb het den lezer reeds vroeger waarschijnlijk gemaakt. Zou hij-zelf zich trouwens niet zijn opgetrokken wenkbrauwen en haastig gegrepen potlood nog herinneren?... En op de vraag, die nu onontkoombaar rijst: w

In den bouw van mannen als Kloos en Gorter ontbreken die elementen en dit maakt dat ze nooit tot een van de groote leiders van de menschheid konden worden, al was Kloos toch een groot dichter.

Het was in den tijd dat Van Deyssel zijn critieken schreef en Kloos zijn prachtige verzen, die zijn opgenomen in het "Boek van kind en God". Daar had ik terstond een groote bewondering voor, en dat is ongetwijfeld van invloed geweest op mijn vorming.

Meer invloed moet ik nog toekennen aan de theorieën van Kloos, zooals die in het begin van die periode telkens verschenen in zijn literaire kronieken. Het is mij vaak gebeurd dat ik van een schrijver niet veel las, maar uit een aantal verzen mij de gevoelswereld, waarin hij zich bewoog, eigen maakte. Dan ging ik weer mijn eigen gang. Zoo ook toen.

Dat hadden zij, de mannen van '80, in Schiller volkomen genegeerd. En zoodra ik vol ging houden, dat dit algemeen-menschelijke niet mocht worden losgelaten, vond ik Kloos tegenover me. Mijn eerste verzet tegen Kloos begon: toen hij de expressie "een goed mensch" uit de taal wou schrappen." "Nu komt er een onnoozele vraag: Wilt u dan alle tendenz-literatuur als kunst laten gelden?"

Maar och, wellicht vergis ik mij; wellicht is dat maar dwaze werkmans-trots van mij. Die baaien rok komt wel vaker uit mijn literatuur-mantel kijken! Hij schreef: Het is voor mij geen gemakkelijke zaak, te schrijven over twee onzer meest bekende critici, Willem Kloos en Is. Querido.

Kinderen zijn, in der aard-smart koninkrijk Prinsen van vreugde en van jeugd-schoon koninklijk.... Willem Kloos Dat zijn zij, ongetwijfeld, maar zij zijn nog veel meer dan dit.

Wij hebben hier te doen met een verschijnsel, dat ieder die oor heeft voor poëzie kan waarnemen, doch waarvoor eene verklaring niet is te vinden. Dit wordt door van Deyssel met een voorbeeld gedemonstreerd: "Neem dezen regel eens, waarin een van Kloos zijn sonnetverheffingen ten einde vloeit: "Als alles wat héél vèr is en héél schoon"

Heel argelooze gedichtjes waren 't meestal. Maar die "Distel" vormde in Brussel het eenige milieu waar men elkander vond en kon praten over literatuur. En daar ontbrandde een hevige strijd over Kloos, over Gorter en van Eeden, ook over Couperus.

Maar zij vergaten, toen zij enkele goede dingen van hem overnamen, wat bij Shelley hoofdzaak is geweest, nl. zijn ethische beteekenis. Hij is de leidsman geworden van Kloos en Verwey, doordat hij was een groot dichter.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek