Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Critiek schrijven is voor mij iets heiligs, meneer. Werkelijk iets heiligs. Dat wil zeggen: niet altijd ben ik in staat critieken te schrijven, die naar mijn eigen meening aan dien eisch voldoen, omdat ik natuurlijk moet offeren aan de noodzakelijkheid van beperkte ruimte.... Ik vind, dat men d
Kijk: er zijn natuurlijk ook menschen wier levensopvatting eenvoudig is: literatuur. Die alles kennen uit de boeken. En dat is de schaduwzijde die het voordeel na zich sleept. Maar vele menschen, als die zich eenvoudig moesten vergenoegen met hun eigen ondervinding gesteld dat we eens kunnen aannemen: er is geen bellettrie, er zijn geen boeken die den omgang en de botsingen van de menschen met elkaar weergeven, dan geloof ik dat die menschen een heeleboel aan levensopvatting zouden missen wat ze nu wel hebben, en dat ze een heeleboel armer en bekrompener zouden worden. Door eigen ondervinding weten de menschen eigenlijk maar van heel kleine kringetjes iets af.... En dat zie je ook aan de critieken die de menschen op boeken uitoefenen. Ik heb dikwijls gezien dat sommige voorvallen in boeken, hetzij dat ik ze zelf zoo heb ondervonden, hetzij dat ze mij met mijn ondervinding aannemelijk voorkomen, door sommige menschen met weinig ondervinding aanstonds worden veroordeeld: Dat is onmogelijk, dat kan zoo niet gebeurd zijn. Daar komen ze altijd mee aanzetten. Een voorbeeld. U kent wel "Ida Westerman", dat vind ik een heel lief boek: daar steekt veel goeds in. Daar vind ik zoo juist in beschreven dat gevoel: dat dat meisje niet k
Toen ik hem dan ook vroeg zijn meening te schrijven over een van mijn boeken, heeft hij zich er van afgemaakt, en gezegd: "Pardon, ik schrijf nooit critieken!" O, ik heb zooveel van de menschen, van de collega's te lijden gehad!
Mijn critieken zijn opgebouwd uit bewondering en enthousiasme voor den mensch die achter het werk zit.
Ik begreep, dat ik niet alleen critieken moest schrijven hoewel ik voelde, het schrijven van critiek tot een groote hoogte te kunnen opvoeren maar dat ik mij beslist moest gaan uiten in beeldend werk. Nu doet zich een eigenaardigheid voor: ik heb nooit kleine schetsjes willen maken ... ik moest ineens het enorme omvademen. Niet omdat ik groot wilde doen, meneer ... d'Oliveira.... Ja?
"Wat de richting dáárvan aangaf, dat waren de wijsgeerig gestemde critieken van mij en van Langendonck. De mijne hebben misschien meer invloed gehad, omdat de houding van mijn geest meer revolutionnair was. Zelfs in den beginne, wanneer de opstellen van Van Langendonck gezonder en kernachtiger waren dan de mijne, geloof ik toch dat de mijne meer trokken. Dat is heel natuurlijk ook.
Ik zelf wil weer heel wat anders dan Van Deyssel. Ik wil de drie gevoelssferen: verbeelding, intellect en sentiment in mijn critieken doen samenvloeien. Ik vind dat een spontaan-lyrische critiek, meneer.... Ik ben geheel aandacht. ... dat een spontaan-lyrische critiek alleen sterk kan leven in dramatisch-lyrische critiek.
Wanneer al deze wapenen aan het proletariaat voldoende voordeelen zullen gegeven hebben, zal de beslissende eindstrijd tot het laatste algemeene stadium gevorderd zijn. «Elke revolutionaire periode», zegt hij, «is in de geschiedenis door een tijd van crisis voorafgegaan; de inbezitneming van de middelen van productie en verbruik door de arbeidsklasse kan niet totstandkomen dan na een critieken tijd op algemeen gebied en door alle landen in al de takken van industrie en na een periode, onmiddellijk voorafgegaan, van sluiting der fabrieken, scheepstimmerwerken en andere werkplaatsen, faillissementen van bankiers- en handelshuizen aan den eenen kant en anderzijds van werkloosheid met den somberen samenhang van honger en ellende.
Nu had zich 't geval voorgedaan, dat ik heel moeilijk plaatsing kon vinden voor hetgeen ik produceerde. Gewoonlijk nam men een kleinigheidje van mij aan, en zei dan: "Dank u, meneer, verder niet." Ik had ook al critieken geschreven in de "Spectator" en een paar maal in de "Amsterdammer", en ook De Koo zei al heel gauw: "Nu niet meer!"
Het was in den tijd dat Van Deyssel zijn critieken schreef en Kloos zijn prachtige verzen, die zijn opgenomen in het "Boek van kind en God". Daar had ik terstond een groote bewondering voor, en dat is ongetwijfeld van invloed geweest op mijn vorming.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek