Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
En nu komt de koopmansdochter op Chester af en fluistert: "God zegene u, dat gij mij gered hebt voor vernedering en de geeselroede." "Gij stelt, hoop ik, volkomen vertrouwen in mij?" antwoordt Guy en kijkt het schoone meisje aan, op wier wangen de frissche zeewind een blosje heeft getooverd. "Ja! Gij zijt de vriend van Oliver, gij zoudt hem niet verraden.
Is het wel een man, niet eerder een vrouw? Welk bestaan leidt het? De kleeding doet het eerste vermoeden, maar het fijne gezicht, de lange haren, de zachte en droeve oogen doen ons aarzelen. Onnoodig, pogingen aan te wenden, om het wezen aan het spreken te brengen; het kijkt ons vast aan, zonder de lippen te openen en wij moeten weer vertrekken, zonder het geheimzinnig raadsel te hebben opgelost.
En als hij toevallig naar den dijk kijkt, huivert Guy en wendt zijn hoofd af. "Zij snijden hem het hoofd af," fluistert Haring. "Het is Alva twee duizend Carolusguldens waard." Guy weet, wiens hoofd de Hollander bedoelt, en zijn hart wordt nog meer vervuld met haat en verbittering tegen de Spanjaarden.
En zooals eene die zich voor het eerst zet bij een veelgeliefde, zat hij neer, en deed het oor open voor 't wonderboek. Hij keek er in zooals wie in een water kijkt buiten onder boomen, het zwart water is licht van kabbelingen van de zon. En stil begon de wetenschap te spreken. "De arbeid maakt alles van uit de aarde. De arbeiders huwen zich met de aarde. De arbeiders de Man, en zij de Moeder.
In de bescheiden kamer vloeit het licht, dat nog in de herinnering afstraalt van de glorie des grooten meesters. Men ontbloot het hoofd, loopt zachtjes en kijkt met eerbied naar de piano met de geel geworden toetsen. Men ziet er het portret van den kleinen wonderknaap van zes jaar, den kleinen Wolfgang en zijn zusje Nanerl van elf.
"Het mannetje, dat het eerst op het terrein aanwezig is," zegt Naumann, "kijkt verlangend uit naar een tweeden bezoeker; als deze toevallig geen lust in 't vechten heeft, wordt de komst van een derden, vierden enz. afgewacht; weldra vangt dan de ruzie aan.
Hij rimpelde zijn voorhoofd, sprak stil, laag: Kijkt ge waarlijk zoo belangstellend naar mijn hals? Men heeft u bij de strot gepakt. Ziet ge 't spoor van een duim en een wijsvinger? .... Dáar! Meisje, ge zijt bedonderd. Ze lachte flauw, bijna verdrietig. Ze ging neerzitten, bij het vuur.
82 Van nu aan daalt men langs dusdanige trappen: stijg gij van voren op, daar ik in het middelste wil zijn, zóódat de staart geen kwaad kan doen." 85 Gelijk diegene, die zóó zeer bevangen is door de huivering van de derdedaagsche koorts, dat hij de nagels reeds zonder bloedkleur heeft, en gansch beeft, wanneer hij ook maar kijkt naar de schaduw;
"Wat?" zegt Freier en kijkt hem na, terwijl hij het dorp doorgaat, en hij draait een steen van een pond of dertig in zijn' handen rond: "Wat? hij had gezegd, ik had gezegd? Wat? jij hadt gezegd, moest ik zeggen, hij moest tegen mij geen schaapskop zeggen? Wat?" En hij neemt den steen en gooit hem met alle geweld tusschen de anderen. "Entfaamte pruisische gauwdief! Zoo doet hij altijd."
In de eerste huwelijksjaren, als alle groene echtgenooten, zou-ie zijn opgevlogen (figuurlijk) nu, eenigszins meelijdend, zei-ie ingehouden: ...."Kind, wees niet zoo klein! De heele wereld ligt voor ons open en jij kijkt naar goten en dáken! Je snapt nog maar h
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek