Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Er zal een regen neerdalen van vuur, steen en asch, om onze hoovaardigheid te kastijden." En hij vermaande het volk, deze "wilden" toch vooral niet na te volgen, maar ze te ontvlieden en te verafschuwen, omdat ze in de ban waren. "Hoort wat de heilige conciliën zeggen!" bulderde hij.

"Durft gij mij tegenspreken, slaaf!" riep de krijgsman; en zijn paard de sporen gevende, liet hij het een sprong over den weg maken, terwijl hij de zweep ophief om de onbeschaamdheid van den boer te kastijden.

Terzelfder tijd dat bij Jaapje het duiveltje der koppigheid uitgedreven werd, zaten zij zich te troosten met het denkbeeld, dat er in elk geval op de school van meneer Bonnycastle niet van de gard gebruik werd gemaakt, en zij verloren geheel uit het oog, dat evengoed als men een hond nog wel op een andere wijze van kant kan maken dan door hem te verdrinken, er ook verschillende manieren bestaan om jongens te kastijden.

Cornelis Tromp zou zijne taak van hem overnemen, maar na het vertrek van den gevreesden de Ruyter traden de roovers met vernieuwde brutaliteit op. De dappere Tromp had te weinig schepen, om hun voldoende ontzag in te boezemen. Opnieuw werd de Ruyter uitgezonden, om de roovers te kastijden. Zijn zoon Engel maakte dezen tocht, die zijn eerste was, met hem mede.

Met deze woorden dreef hij zijn muildier aan en wilde doorrijden; maar Don Quichot gevoelde zich door dit korte bescheid in dier voege beleedigd, dat hij het dier bij den teugel greep en luid en dreigend riep: "Houd stil en leg rekenschap af! Zoo niet, dan zal ik u en al de uwen bloedig tuchtigen en kastijden."

«Zij hadden mij moeten kastijden, zij hadden mijn grillen moeten uitroeiendacht Inge. Zij hoorde, dat er een liedje op haar gemaakt werd, over het hoogmoedige meisje, dat op het brood trapte, opdat haar schoenen netjes zouden blijven, en dat men dit liedje overal in het land zong.

~Tuchtigen~ en ~kastijden~ hebben de bijgedachte, dat men den gestrafte wil verbeteren. ~Tuchtigen~ stelt de verbetering evenwel zoo goed als onmogelijk voor en is dus min of meer een wraakneming, terwijl ~kastijden~ den gestrafte wel voor verbetering vatbaar acht. Bovendien doet kastijden vooral aan lichamelijke straf denken.

"Mijn waarde meneer Rustig, ik betreur zeer het ongeval, dat gij aan de dwaze toegeeflijkheid van mevrouw tegenover den jongen te danken hebt; maar toch doet het me genoegen, dat gij zulk een juist begrip toont te hebben van Salomo's uitspraak: 'Wie de roede spaart, bederft het kind. Hiermede geeft de wijze koning te kennen, dat het de plicht van een vader is zijn kinderen te kastijden, wat volstrekt niet in tegenspraak komt met de rechten van den mensch of met eenige natuurlijke gelijkheid, want de zoon is een deel des vaders, zoodat deze eigenlijk slechts zichzelven kastijdt.

Sommigen beweren wel eens, dat de koene daad van Jan van Schaffelaar geheel is. Wat hij al niet, om mij zoo te belasteren! Hij heeft een nieuw middel , om een trein in volle vaart in een oogenblik te doen stilstaan. In de oudste geschiedenis van Rome is zeer veel . Ik moet iets , om mijn wegblijven te verontschuldigen. Straffen bestraffen tuchtigen kastijden.

Indien de Gemeente een weinig in de hoogte gestoken is door het bezit van een orgel, dan zal niets zoo zeer de ijdelheid en de zelfmisleiding kastijden dan het bezoek van een musicus, die een examen heeft afgelegd en verscheidene letters achter zijn naam heeft; en indien iemand zijn raad verdacht maakt als die van een al te vitlustig speler en veronderstelt dat er nu verder geen twist over dat orgel zal wezen, dan is zeker zijn onnoozelheid aandoenlijk en een bewijs, dat hij nooit iets te maken heeft gehad met muziekinstrumenten op plaatsen van openbaren eeredienst.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek