Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 oktober 2025


En laat stroomen den wijn, die ons 't hart verheugt; en zoo gij, edele Abdal Kadir! het wraken mogt, bedenk dan tevens dat een dichter, dien onze groote Profeet toch niet vloekte en die geëerd bleef onder de onzen, dat Tharafa reeds zong: "En komt ge tot het drinkgelag, Ik doe u gaarn den ganschen dag Een trouw en kloek bescheid.

Ik eerbiedig uwe gevoelens, edele Heer! antwoordde Siddha, al betreur ik ook dat gij 't niet eveneens de onzen kunt doen. Misschien .... Wat misschien? begon Abdal Kadir opstuivend. Neen, neen, mijn waarde heeren! sprak nu Salhana, tot vrede manend, geen getwist nu, wat ik u bidden mag, over uwe wederzijdsche gevoelens omtrent geloofskwestiën!

Zoo had hij dan gister, in een der groote zalen van het paleis, een aantal oelemah's en moellah's, waaronder natuurlijk ook Abdal Kadir, verzameld, en met hem een paar Jezuïeten, een Jood en een Parzi, benevens uw voormaligen, hier teruggekomen leermeester Koelloeka, dien gij gewis reeds begroet zult hebben, en Aboel Fazl, mijn broeder.

Zoudt gijlieden Mohammedanen, de tegenwoordige beheerschers van het land, uw Allah verloochenend, dan in aanbidding voor zon en sterren willen nederknielen, en misschien.... Bij den baard van den Profeet! begon Abdal Kadir, de hand aan 't gevest van zijn sabel slaand, we zouden.... Bleef het daar nog maar bij, hernam de ander, doch er is nog erger.

Zegene hem Allah! zou de vrome Abdal Kadir zeggen.

En uitvoerig verhaalde Akbar zijn vriend wat er bij het afscheid van Aquaviva en van Abdal Kadir was voorgevallen, en deelde hem de overpeinzingen mede waartoe het een en ander hem had geleid. In dat alles sprak Feizi, toen hij een oogenblik had nagedacht, herken ik weder mijn grootmoedigen Keizer, en... mijn idealistisch wijsgeerigen vriend.

Ook wil ik wel wedden, tien tegen een, dat gij mij weer over geloofszaken hebt te spreken; uw opgewonden woorden van zooeven verkondden mij alhaast wat er komen moet. Wees intusschen zoo goed, u thans wat te matigen! Inderdaad! antwoordde Abdal Kadir, het geloof, ons eenig waar en onvervalscht geloof, is het ook nu wederom wat mij herwaarts voert. Daarover wensch ik een oogenblik onderhoud.

Maar wat de padre ook dacht, niet moeijelijk viel te raden hoe de zaak door de regtzinnige Mohammedanen zou worden opgevat. En werkelijk fronste zich menig voorhoofd in hunne reijen, en niet dan met de uiterste moeite kon Abdal Kadir zich weerhouden, openlijk aan zijne verontwaardiging lucht te geven.

Ik zag uw neef toevallig reeds vroeger, sprak Abdal Kadir toen Salhana hem wilde voorstellen, en ik wil hopen, vervolgde hij tot Siddha, dat gij mijne toen gesproken woorden in de beteekenis zult willen opvatten die ik zelf er aan gaf; gij ziet nu wel dat personen mij nog niet gehaat zijn al moet ik hen bestrijden om hun dwalingen.

Wel, hernam Aquaviva, de waarheid is ons immers geopenbaard door Jezus Christus, den Zoon van God. Zoo zegt gij! was het antwoord; maar nu zegt mijn vriend Abdal Kadir, de Islamiet, dat ze hem is geopenbaard door Mohammed, den grooten Profeet. En dat uw Christus werkelijk Gods Zoon was, zoudt gij toch eerst dienen te bewijzen, eer ge op hemzelf als zoodanig u beroepen kunt.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek