Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Daarvoor sta ik hem dan ook gaarne te woord. Vergun mij dus, u voor 't oogenblik vaarwel te zeggen. Spoedig hopen wij elkander weer te zien.... Abdal Kadir! vroeg de tot dusver ongenoemde, nadat Siddha zich verwijderd had met een eerbiedigen groet, waarvan overigens slechts een zeer gering gedeelte was toegewijd aan den nijdigen Islamiet, wat verlangt gij van mij?

Allen toch dezelfden! sprak Akbar tot Feizi, toen de ander hem verlaten had; of gij nu Abdal Kadir of Aquaviva hoort, 't is altijd weer gezag, geloof, openbaring, maar geen sprake van rede en verstand, en van gronden aan wetenschap en ervaring ontleend. Toch onderhoude ik mij gaarne met die dweepers.

Abdal Kadir! sprak wederom de Keizer, toen de ander reeds den voorhang had opgeligt, en bij dien onverwachten uitroep wendde de hooghartige Mohammedaan verwonderd en onwillekeurig het hoofd, laat ons zóó niet scheiden!

Doch zeg ons geachte Abdal Kadir! vroeg hij, misschien niet geheel zonder bijoogmerk, aan dezen, die schuins tegenover Siddha had plaats genomen, bevalt u die Indische dichtkunst toch niet wel zoo goed als de onze, ook al hebt gij, als elk ander goed geloovige, een afschuw van de wanbegrippen door het boos geslacht dezer Hindoe's verkondigd?

Daar, in zijne eigene, voor slechts enkelen toegankelijke vertrekken wachtte inmiddels een man, wiens tegenwoordigheid buiten twijfel aan Abdal Kadir, zoo hij er van geweten had, opnieuw stof zou hebben gegeven tot hevige verontwaardiging, Koelloeka, de Brahmaan.

Maar als het toch eenmaal zoo eens was, dan vraag ik, zoudt gij u kunnen en mogen onderwerpen, of ook wij, die tot heden de meest volkomen vrijheid genoten om dat geloof te belijden, wat wij erfden van onze vaderen en naar onze overtuiging het beste en redelijkste scheen? Beviel de laatste vraag al iets minder aan Abdal Kadir dan de vroeger gestelde, op Siddha maakte zij des te meer indruk.

Den volgenden morgen, 12 November, vertrok de Inlandsche korporaal Kadir met zes der grootste prauwen en 37 roeiers, van wie acht Dajaks, 8 dwangarbeiders en de 20 beste Papoea's, een keurbende alzoo; om te probeeren den voorraad van "Vivresbivak" nog te halen voor het doorkomen van de groote bandjirs, die de Eerste Kloof onbevaarbaar maakten en dus een oponthoud van weken zouden geven.

Neem mijn hoofd! sprak Abdal Kadir, den Keizer onverschrokken in 't aangezigt starend, gij weet dat ik u mijn leven wenschte te wijden, en dat ik het honderd malen voor u zou hebben over gehad. Kan mijn dood u niet van dienst zijn, hij strekke dan ter voldoening aan uw ongeregten toorn! Ik heb u gezegd wat mij waarheid scheen; aan u om het te gelooven of niet!

Bepaald geschiedkundige personen, behalve Akbar zelf, zijn: Selim, zijn zoon; Aboel Fazl, zijn Vizier; diens broeder Feizi; Abdal Kadir Badaoni; Rodolpho Aquaviva, de Jezuïet, en enkele anderen van minder beteekenis. Parviz behoort mede tot de geschiedenis maar droeg een anderen naam.

Sire! begon Abdal Kadir op schijnbaar eerbiedigen maar tevens onmiskenbaar norschen en onvriendelijken toon en zonder in 't minst acht te geven op de voorkomende wijze, waarop de Keizer hem ontving, ik kom u vaarwel zeggen. Mijn tijd is genaderd om van hier te gaan. Hoe nu, mijn waarde vriend, vroeg Akbar, ook gij? En wat noopt u ons zoo plotseling te verlaten?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek