Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Nog altijd schuddende van het lachen trok hij de kaar op het droge. Wij zagen, hoe het water door de gaatjes in alle richtingen wegvloeide. Vrouw de Veer deed de wervels los en daar wipte Bob er uit, onder luid gejuich van de omstanders. Het water droop hem uit de kleeren. Schuw keek hij een oogenblik om zich heen, en toen glitste hij door het volk heen, naar zijn huis toe.

Aelbert deed het, maar zoo onhandig, dat de dikke paling weer ontsnapte. »Daar gaat hij weer!" zei Aelbert boos. »Dat ding is zóó vlug..." »Laat mij het probeeren," riep de Overste hem toe. »'t Is een prachtige paling, dat heb ik wel al gezien." Hij nam het net van Aelbert over en dompelde het in de kaar.

De inwendige strijd, dien hij te voeren heeft, maakt Helmond ongevoelig voor de zoete omhelzing zijner Eva, zooals hij schier doof is geweest voor haar woorden, die deels weer de tolken waren van kaar ijdelheid, en deels ook der teederste aandoening van het hart der vrouw. Helmond zwijgt nog een oogenblik. Nu zal hij spreken. . Het moet! Morgen zou het te laat zijn.

De schoenmaker zette haar op de korte zijde, bij ongeluk juist op den kant, waar Bobs hoofd lag, zoodat hij nu een verbazend ongemakkelijke houding kreeg, namelijk met de beenen omhoog. Bob had zich tot nog toe zeer goed gehouden, maar nu werd het hem toch te erg. Door de luchtgaatjes, die weldra watergaatjes zouden worden, zag hij, dat de kaar vlak aan den kant stond.

Nu kwam ook de vrouw van den schoenmaker naar buiten, om te zien, wat er toch aan de hand was. Ook de buren verlieten hunne huizen, zoodat er weldra een groote oploop ontstond. Maar toen zij vernamen, hoe Bob daar in die kaar alle pogingen deed, om zich boven water te houden, ging er een onbedaarlijk gelach op en scheen niemand medelijden met hem te hebben, dan alleen vrouw de Veer.

Zoo voorzichtig mogelijk, en bijna langs den kant van den weg voortkruipende, wist hij, zonder iets verdachts te bespeuren, de kaar te bereiken. Hij hoorde den schoenmaker nog druk aan den arbeid bezig, want het kloppen van den hamer op de harde zool drong duidelijk tot hem door.

Toen de jongens even omkeken, riep hij hun uit de verte toe: »Goede vangst gehad?" »Die is Goddank wèl, al kon het beter," schreeuwde Aelbert terug. De aankomst van de jongelieden was door meer Amsterdammers opgemerkt, wat bleek uit de vraag: »Hei daar, visschers, legt hieraan, als je wilt. Heb je wat goeds in de kaar?"

Hij had een eigen bootje, geheel voor dat doel ingericht, en was ook in het bezit van een flink aantal netten, waarmede hij menig vischje verschalkte. Vóór zijn huis, aan den kant van het water had hij ook nog een groote vischkaar, waar hij de gevangen visch in bewaren kon. Die kaar was niet anders dan een groote bak, rondom van gaatjes voorzien, zoodat het water er in doordringen kon.

De visch heeft tijd genoeg gehad, om er in te zwemmen." Zoo werd gedaan, en de vangst was niet onvoordeelig. Enkele karpers, een paar palingen en wat witvisch werden opgehaald en in de kaar gedaan. Daarna werden de netten weer uitgezet, en roeiden de jongens naar een andere plaats, om ook daar den oogst binnen te halen.

Behendig liet hij zich naar den onderkant van den wal afglijden, want dáár lag de kaar, draaide de beide wervels los, die het luikje vasthielden, lichtte de plank er uit, en kroop er zelf in. Bijna was hem dit mislukt, omdat de opening wat nauw voor hem was, maar met eenig wringen gelukte het hem toch.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek