United States or Zimbabwe ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Neen, dat is niet alles; maar nietwaar, ik moest toch beginnen met beleefd te zijn." »Volkomen juist. Maar wie zendt u? Gij hebt gegroet, spreek nu! Dan geschiedt alles op zijn beurt." »Ik kom vanwege uwen broeder Joël." »Joël?.... Wat is er met hem?" vroeg vrouw Hansen op zeer angstigen toon. »Spreek, wat is er met hem?"

Sylvius Hog had dat treurige verhaal, dat hem door Joël Hansen in tegenwoordigheid zijner zuster Hulda gedaan was, nauwlettend aangehoord: »Gij hadt dat loterijbriefje niet uit uwe handen moeten geven!" riep hij in de eerste opwelling zijner verontwaardiging uit: »Neen, dat hadt gij niet moeten doen!"

En nog wel een dreigend geheim voor de familie. Joël zou het willen vernemen. Hij zou zijne moeder ondervragen. Hij zou haar geen rust laten.... En vrouw Hansen, die toch al zoo weinig mededeelzaam was, die er toch al zoo tegen opzag haar gemoed voor anderen uit te storten, zou haar geheim willen bewaren, zooals zij tot heden gedaan had.

»Zusjelief," antwoordde Joël Hansen, »ik verbied u bepaald dergelijke gedachten te koesteren! Wat... Ole Kamp niet terugkomen van zijn zeetocht!... En dat nog wel van zijn laatsten, die hij naar de vischwaters van New-Found-Land ondernomen heeft!... Het is onmogelijk, dat gij het ernstig meent, Hulda."

Zoo iets komt in ons vak nog al voor," zei Joël. Terwijl hij zoo sprak, stond hij op. Die weinige minuten hadden hem zijne krachten hergeven. »Thans geldt het om den bovenrand van de nok te bereiken," vervolgde hij; »maar Goddank, het moeielijkste is achter den rug. Daaromtrent behoeven wij ons niet meer te bekommeren."

»En wat weet gij verder? Kom, zusjelief, spreek op. Bij voorbeeld, hoe heet hij?" »Hij heet Sandgoïst." »Sandgoïst?" »Ja. Kent gij hem misschien?" »Neen," antwoordde Joël. Hulda had zich reeds de vraag gesteld, of zij alles aan haren broeder zou vertellen, wat in de herberg gedurende zijne afwezigheid voorgevallen was.

Dat alles moest gelezen worden. Dat alles moest beantwoord worden. En, Sylvius Hog, aan zijne goedhartige geaardheid getrouw, las en antwoordde, en zoo raakten door die correspondentie de namen van Joël en Hulda Hansen door geheel Noorwegen en zelfs daarbuiten bekend. Het verblijf in de herberg van vrouw Hansen kon evenwel niet onbepaald verlengd worden.

»Dat is mogelijk," zei Hulda, »maar...." »Op uwe beurt, zuster," hernam Joël, »laat mijnheer uitspreken." »Er zijn u verscheidene aanbiedingen gedaan, er zullen u nog meer gedaan worden," vervolgde Sandgoïst. »Ik herhaal, dat ik daarin eene handelstransactie zie, en het is dan ook eene handelstransactie, die ik u voorstel."

Zij toonde daardoor eene waardige dochter van het Telemarksche te zijn, een van die onverschrokken kinderen der hooglanden, die gewoon zijn de hellingen der hoogvlakten te bestijgen en af te dalen. En zooals Joël den vreemdeling toegeroepen had, zoo deed zij thans ook. »Houd u goed vast, mijnheer!" »Ja wel, ja wel, ik zal me vasthouden, ten minste zoolang ik zal kunnen."

Of deze daarbij slaagde? »Men kan voorbeelden aanhalen," vervolgde Joël Hansen, »dat vaartuigen, komende van de Noord-Amerikaansche kust een toevlucht gezocht hebben op IJsland of op de Ferro-eilanden. Dat is zelfs Ole Kamp twee jaren geleden overkomen, herinnert gij u nog wel, toen hij aan boord van de Strenna voer? Dat kan u onmogelijk ontschoten zijn, nietwaar?"