Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Eenige aanwijzingen hadden hem zelfs toen reeds doen vermoeden, dat Valjean ten tweeden male in dat rijtuig plaats genomen en bereids den vorigen dag in de omstreken van dat dorp was geweest, want in het dorp zelf had men hem niet gezien. Wat hij in de omstreken van Montfermeil had gedaan, had men niet kunnen begrijpen. Nu begreep Javert het.
't Kan dat monster van een maire niet zijn! Zijt gij 't, goede mijnheer Javert, die gezegd hebt mij in vrijheid te stellen! O, weet ge, ik zal u iets zeggen en gij zult mij laten gaan! Dit monster van een maire, deze oude schoft, is van alles de oorzaak. Verbeeld u, mijnheer Javert, hij heeft mij weggejaagd! ten gevalle van een hoop babbelaarsters, die in de werkplaats allerlei praatjes hielden.
Javert gevoelde zich blijkbaar een weinig van zijn stuk gebracht door de volkomene gerustheid en natuurlijkheid van den heer Madeleine. Op zekeren dag evenwel scheen zijn zonderlinge handelwijze op den heer Madeleine eenigen indruk te maken, en wel bij de volgende gelegenheid.
Toen hij het artikel, waarin hij belang stelde, gelezen had, trok een naam, de naam van Jean Valjean, onder aan een bladzijde, zijn aandacht. Het blad berichtte, dat de tuchteling Jean Valjean gestorven was en wel in zulke bepaalde woorden, dat Javert er niet aan twijfelde. Hij sprak bij zich zelven: "Ja, de dood is de beste keten!" Toen wierp hij het blad ter zijde en dacht niet meer aan de zaak.
Dit weet de politie ook en daarom zoekt zij te Parijs, wat zij elders verloren heeft. Zij zocht er den maire van M. sur M. Javert werd naar Parijs ontboden om er de opsporing te besturen. Javert hielp inderdaad krachtdadig om Valjean te vatten. Javerts ijver en schranderheid werden bij deze gelegenheid door den heer Chabouillet, secretaris der prefectuur onder den graaf Anglès, opgemerkt.
Mijnheer de baron, Jean Valjean heeft den heer Madeleine niet bestolen, en Jean Valjean heeft Javert niet gedood." "Dat is sterk! Hoe weet ge dit?" "Om twee redenen." "Welke? Spreek." "De eerste is: hij heeft den heer Madeleine niet bestolen, aangezien hij zelf, Jean Valjean, de heer Madeleine is." "Wat vertelt ge mij toch?"
't Zijn deugden, die een ondeugd hebben, de dwaling. De onmeedoogende oprechte vreugde van een geestdrijver behoudt in haar volste wreedheid een heilloozen, maar ontzagwekkenden glans. In zijn vreeselijk geluk was Javert, zonder dat hij het zelf wist, te beklagen, evenals ieder, die onwetend zegeviert.
Jean Valjean deed met eenige moeite den geknevelden Javert, zonder hem echter een oogenblik los te laten, de kleine barricade der steeg Mondétour overklimmen. Toen zij over deze versperring waren, bevonden zij zich alleen in de steeg. Niemand zag hen meer. De hoek der huizen verborg hen voor de opstandelingen. Op eenigen afstand vormden de uit de barricade gedragen lijken een gruwzamen hoop.
De barricade heeft twee redders, Marius Pontmercy en u." "Meent ge, dat ik een belooning verdien?" "Zekerlijk." "Welnu, dan verzoek ik ze." "Welke?" "Dat ik dezen man doodschiet." Javert richtte het hoofd op, zag Jean Valjean, maakte een onmerkbare beweging, en zeide: "Juist zoo." Intusschen was Enjolras bezig zijn karabijn weder te laden; hij zag rondom zich. "Heeft niemand er iets tegen?"
"De tweede is: hij heeft Javert niet vermoord, aangezien hij, die Javert heeft gedood, Javert zelf is." "Wat bedoelt ge?" "Dat Javert een zelfmoord heeft gepleegd." "Bewijs! bewijs!" riep Marius buiten zich zelven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek