Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
"Maar wat was dat voor een vreeselijke kreet?" Hij sprong op, snelde op de teenen de slaapkamer in en plaatste zich aan het hoofdeinde van Kitty's ledikant. Het jammeren had opgehouden, maar iets moest er veranderd zijn, dat hij niet zag en niet begreep, ook niet zien en begrijpen wilde.
"Dat is voor ons van groot belang, want bij dat jammeren en weeklagen zullen die kerels ons moeilijk kunnen hooren. Wij moeten de onzen bepaald opzoeken." "Maar, als wij hen gevonden hebben, wat dan? Er uit halen kunnen wij hen toch niet." "Dat behoeft ook volstrekt niet, zij zullen er zelf wel uit loopen. De hoofdzaak is, dat wij hen losbinden of hun riemen doorsnijden.
De ongelukkigen brachten den nacht slapeloos door, terwijl zij in den omtrek van de Schoone Zwerfster bleven dwalen. De honden huilden jammerlijk. Wat moest er van Jan en Kayette worden, zonder onderkomen, zonder voedsel en alleen in den duisteren nacht! Het eene uur ging na het andere voorbij, onder jammeren en schreien.
»Ik ben er van overtuigd, maar intusschen had Mina Rosemeijer geen moed om haar man aan de jammeren van zulke opsluiting te wagen. Zij deed het mogelijke om hem tegen zich zelven te beveiligen om te voorkomen, dat hij openlijk aanstoot gaf.
"O Dik, ben je daar? Je moet dadelijk inspannen om dokter Marling uit de stad te halen, 't Is verschrikkelijk, Dik, o...." "Dokter Marling halen? Voor wien? Kan de dokter dan zelf niet gaan?" "Neen, neen, Dik, o neen! 't Is verschrikkelijk! Gauw, maak voort...." "Maar wat is er dan toch aan de hand? Je staat daar maar te huilen en te jammeren, en je zegt niets!" "Ach, 't is toch zoo erg, Dik.
De Majoorske trok het gordijn ter zijde en wees naar beneden in den hof. "Heb ik je geleerd te schreien en te jammeren?" vroeg zij. "Zie, de plaats is vol menschen. Morgen is er geen enkele kavalier meer op Ekeby." "En komt mevrouw dan terug?" vroeg het meisje. "Mijn tijd is nog niet gekomen," zeide de Majoorske. "De straatweg is mijn huis, een sloot mijn bed.
Craig-Fry wilden hun cliënt medevoeren; maar Kin-Fo bleef ditmaal halsstarrig op de plaats waar hij stond. Niemand kende hem hier. Hij had nooit het geheele verhaal van zijne jammeren gehoord en maakte er zich een genoegen van dit nu eens te vernemen!
"Pas op, Fry, pas op!" zei Tapage, terwijl hij den vinger waarschuwend ophief. De neger keek hem aan zonder met jammeren op te houden. "Ja, pas op," vervolgde François Tapage; "want de baas zou, zooals men in mijn land zegt, je wel weer eens op dien schommel kunnen zetten!" Daarop slikte Frycollin met de dubbele portie vleesch, die hij in den mond stak, zijne zuchten in.
Het is wel, zoo gij, onder een van beide jammeren, den lust overhoudt, om op te merken, dat de proeven, die ons volk bijwijlen van Oostersche beeldspraak neemt, doorgaans afgrijsselijk uitvallen.
Intusschen waren de anderen begonnen hulp te verleenen aan den onderbetaalmeester, die maar aldoor aan het jammeren bleef. Zij onderzochten de wond en bevonden dat ze niet gevaarlijk was. "Houd toch op met dat verwenschte geschreeuw," riep de konstabel uit, "je zult nog maken dat de wacht er op af komt; je bent niet getroffen." "Niet?" kermde de betaalmeester.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek