Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


"Hoe, om hulp blazen," riep de ridder, "tegen eene bende schurken, welke één goede ridder voor zich heen kan drijven, evenals de wind de verdorde bladeren voor zich heen jaagt!" "Nu, nu," zei Wamba, "heb de goedheid en laat mij toch eens dien horen van naderbij bezien, welke een zoo machtige stem heeft."

"Des te meer eer zal hij u doen, Bouke! doch gij moet om mij denken als gij met hem jaagt." Nu kon Bouke het niet langer uithouden: "neen Jonker," riep hij: "ik wil den hond niet hebben en ik wil niet met hem jagen! ik ga met u waarheen gij trekt: nu mag ik het u zeggen: ik kan u niet verlaten." "O dat is goed!" riep Ulrica, die inmiddels genaderd was: "dat is goed! daarvoor moet ik u kussen.

De arme drommel neemt ons wel nauwkeurig in oogenschouw." "Zijn doordringende blik jaagt mij bijkans vrees aan," zeide Adelgonde, en richtte hare oogen naar de andere zijde van den weg. Doch nauwelijks had zij opgehouden den reiziger aan te zien, of een kreet van: "Houdt op! Houdt op!" trof hare oogen.

"Een jonge jager", zeiden de boeren, de schouders ophalende: "wie kan dat zijn? hier jaagt niemand dan de Jonker." "Of het moest Teun Wezer zijn," mompelde de vrouw van den metselaar tegen den barbier. "Die zal zoo mal niet wezen om zich hier te vertoonen," zeide de barbier, sedert Bouke hem rottingolie heeft toebedeeld, omdat hij zijn nichtje Klaartje zocht te verleiden."

TITUS. 't Waar' zeker, ja, wist gij te zeggen, hoe; Pas op, als gij die berenwelpen jaagt; Want de oude ontwaakt, als zij uw naad'ring ruikt; Ze is eng verbonden met den leeuw en maakt Hem spelend, liggend op den rug, in slaap; En als hij slaapt, dan doet zij wat zij wil.

Want Jan is vrouw en Griet is man. Jan wil het kind voor honger hoeden, Zal 't met een lekker papje voeden. Als zijn kindje huilen wil, Houdt hij 't met een popje stil Nu het kindje loopen leert, Wordt de vreugd van Jan vermeerd. Daar het kind ondeugend is, Slaat hij met de roê niet mis. Omdat Jan het heeft verbruid, Jaagt hem Griet den huize uit.

Men jaagt dan ook zoo fel op dit uitmuntend dier, dat het, evenals zijns gelijke, de zeekoe, hoe langer zoo zeldzamer wordt. "Als dit dier dan eens bij toeval het laatste van zijn soort was," vroeg Koenraad ernstig, "zou het dan geen zaak zijn om het in het belang der wetenschap te sparen?" "Misschien," hervatte de Amerikaan, "doch in het belang van den kok om het te vangen."

Maar de waarde der muziek van de Poema is niet uitsluitend gelegen in luidklinkende tonen. Het is de ware krijgsmuziek, die het bloed vuriger door de aderen jaagt, en de schrijver bereikt zijn effect niet alleen door den metrischen galop van zijn strijdros, zooals dit met den Engelschen dichter het geval is.

Op den boeg van de Boot staat een vurige ster, maar haar licht is niet rooder dan de vreemde en felle gloed, die dit land vervult; vreeselijk rood is het en de aanblik er van jaagt schrik en ontzetting aan. Dit is het gebied, dat gevreesd wordt door de boosdoeners, want hun straf wacht hen hier.

Maar ééns vond ik een jong hertje met een gebroken poot dat was nog te weinig geoefend; en ik hoorde eens hoe een gewonde bok, ten doode toe door honden gejaagd, zoo gestruikeld was om nooit weer op te staan; maar dit waren uitzonderingen. Merkwaardig toch dat het niet met elk hert zoo gaat, wanneer de angst het door de wildernis jaagt.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek