Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
In den jare 1800 woonde er een man te Stramprode in Limburg, die den voornaam Vliet droeg; hy heette Vliet Kluizenaar . Förstemann vermeldt eenen oud-germaanschen mansnaam Flidulf; en in dezen samengestelden naam is de enkelvoudige naamstam Flid, Vliet, waarvan het patronymikon Vlietinck, begrepen.
In den jare 1731 aanvaardde hij de waardigheid van Stadhouder over Friesland, na reeds daarin over Groningen, Drenthe en Gelderland te zijn bevestigd.
In zijn gesprek, met Aischylos op den voorlaatsten dag der Panathenaien ten vorigen jare gehouden, had hij het vermoeden uitgesproken, dat de wijze, waarop in den Prometheus Zeus' wereldbestuur was voorgesteld, wellicht niet zou strooken met den eerbied voor de goden waarop de Atheners zich steeds hadden laten voorstaan.
"Van de strop en de kogel ben 'k toe verlost, zoo je ziet, door Zemajesteit Willem III, Koning der Nederlande, die mijn pardonneerde om rede al mijn diggredasies door tusschekomst van mijn slachtoffer ware gepleegd, en zoo wier dat dus veranderd in vijf jare detensie.
In vele streken heerscht nog het gebruik in België, Limburg en Noord-Brabant op de dorpen zoo goed als algemeen eieren in te zamelen voor pastoor en koster, vroeger ook voor den onderwijzer. Te Welle gaat nog telken jare de klokluider-doodgraver om eieren rond. Op het klokkenluiden ten teeken van dezen rondgang wijst het lied: Bimbambeieren, De koster lust geen eieren, Wat lust hij dan?
Zy kwamen meest in de vorige en vooral ook in deze tegenwoordige eeu hunne scharen stroomen ons nog steeds toe; en zy brachten dies hunne geslachtsnamen reeds kant en klaar mede. Zoodat ons volk geene reden had om hen te noemen naar hunne plaatsen van herkomst ook al ware dit na den jare 1811 nog mogelik geweest.
Daartoe heb ik reeds in den jare 1827 alle mijne pogingen in het werk gesteld, en een plan, hetwelk veel belangstelling, aanmoediging en ondersteuning, ook bij den Heere Staatsraad, Gouverneur en Gedeputeerde Staten van dit Gewest, heeft gevonden, tot stand trachten te brengen, dan door omstandigheden, geheel van mij onafhankelijk, is hetzelve onvolvoerd gebleven . Een gelijk lot heeft een tweede Ontwerp van den Heer van Halmael en mij, tot de Uitgave van een Geslacht- en Wapenboek van den Adel in Friesland, een werk hoogst gewigtig voor de Geschiedenis, moeten ondergaan.
Die ware toen één, twee, drie en vier jare oud, en 't ware de appele van me ooge, want of je die kindere nou ziet of da' je mijn ziet, is één en 't zelfde gezicht. "Toe krijgt me vrouw daar op een kwaje nacht, dat ze te veel water met azijn het gedronke, een krampkeliek, en dat mensch gaat zóó allemachies te keer, dat niemand op logement kon slape.
Men vindt weinige bijzondere berigten over haar vermeld: zij moet eene schoone, vernuftige en schrandere vrouw geweest zijn, wier zucht echter tot pracht en weelde der spaarzaamheid zeer in den weg stond. In den jare 1726 is zij in Duitschland gestorven. Zij regeerde van 1696 tot 1707.
Zijn Haarlemmer-Meerboek, hetwelk een ontwerp tot bedijken en droogmaken van het Haarlemmer-meer bevat, door hem, naar het schijnt, aan de Staten van Holland, aan den Stadhouder Frederik Hendrik, aan de Burgemeesteren en Raden van Amsterdam, Leiden, Haarlem en Gouda, en aan den Dijkgraaf en de Heemraden van Rhijnland, in den jare 1641, aangeboden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek