Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Zij tobde en sprak er over met La, een groot deel van den dag; en 's avonds, na het eten, terwijl de beide knechts even vóór 't naar bed gaan bij den haard hun pijp zaten te rooken, onderhield zij er hen over, de stem bevend en de oogen vol tranen: "Ivo, en Vaprijs, 'k hope toch da ge mij alle twieë goe zil blijven helpen.
Maar hij was reeds bij Alfons en ook bij hem zag zij het glaasje vredig aantikken en hoorde ze zijn doffe stem: "Proficiat, Fons, en gien kwoaje vrienden...." waarop Alfons, ook even instinctmatig, als wist hij in zijn verbouwereerdheid niet goed wat hij zei: "Proficiat, Ivo, gien kwoaje vrienden," antwoordde en daarop zijn glas in één teug leeg dronk.
De friesche geschiedboeken, en de volksoverlevering tevens, vermelden nog den naam van zekeren Heer-Ivo. Van dezen echter stamt het geslacht Heriwesma niet af. Heer Ivo Johannis was de laatste roomsche priester van de kerk van Oldehove te Leeuwarden. Hy overleefde langen tijd den ommekeer in het kerkelike, die in Friesland in de 16de eeu plaats greep.
"Ivo," begon ze eindelijk, zonder hem aan te durven kijken en met een stem waaraan zij weer vruchteloos poogde kracht en vastheid te geven, "Ivo, 't Geluw Meuleken kloagt over ou, as da ze 'n kind van ou moe krijgen en da ge mee heur nie 'n wilt treiwen." Zij hief het hoofd op en keek hem aan, plichtmatig-berispend, één enkele seconde.
"Wij willen ons in uwe handen overgeven", zeide Ivo, "op de voorwaarden welke daar straks door mher Sneloghe, onzen overste, u zijn bekend gemaakt. Wij zijn niet plichtig en zullen onze onschuld voor de rechters bewijzen." "Het is eene list! Gij poogt ons te bedriegen! De moordenaar van graaf Karel is niet dood!" riep men verwardelijk van alle kanten hem toe.
Hij schoorde zich nog hardnekkiger met de voeten tegen de voorplank, hing met al de kracht van zijn zwaar lichaam achterover aan de leidsels.... "Ivo! Ivo! help mij!" schreeuwde zij verwilderd, overeind, op haar knieën, de oogen uitpuilend van doodsangst, haar beide handen aan de heen en weer schuddende zijplanken geklemd.
De eersten dag des morgens kwamen de heren Boudewyn van Papenrode, Hendrik van Raveschoot, Ivo van Bellegem, Salomon van Zevekote en Mijnheer Van Maldegem met zijn twee zonen, te Kortrijk. Op de middag vloog het stof der baan in de richting van Moorsele als een wolk boven het omstaande geboomte.
Daar wenden wij ons links af naar Thourout en zonder deze stad te naderen, bereiken wij de baan naar Staden en naar Yperen.... Geef mij de hand, heer proost; want hier is eene drooge gracht die wij overstappen moeten. Wij verlaten de groote baan." De proost liet zich leiden. Hij drong aan de hand van Ivo in een dicht bosch.
"Gij toch euk, Ivo?" vroeg ze bedeesd, zonder hem haast aan te durven kijken. Hij klopte de asch van zijn pijp uit op zijn klomp, spuwde van zich af, en antwoordde eindelijk, kortaf en ruw, met harden blik, zooals het zijn gewoonte was: "Dat dippendeert, bezinne, van wie da g'hier as boer wilt aanstellen. Ienen boas op 't hof: Vaprijs of ik!" Zij schrikte hevig van zijn woorden.
Zoo ontsteld en aangegrepen door het verhaal van Ivo, hoorden de Kerels niet dat de doffe hamerslagen, naar de zijde van het klooster, weder waren hervat. Misschien meenden zij het gevaar dezer poging niet nabij genoeg, om er nu eene bijzondere acht op te slaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek