Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Ivo voorzag dat het niet eindigen ging en dat hij nu beter buiten was in de koude dan hier in bedde. Hij stond op, trok de pet diep over de ooren, stak de handen in de bodemlooze vestezakken en de voordeur voelde hij tegen de hielen slaan zonder dat hij dorst ommekijken. En zie dat ge den voet in huis niet zet met leege handen! hoorde hij nog roepen.

Hij lag en bleef liggen op het uivallig ledikant, slapeloos op den rug en zijne oogen waren open, en zijn hoofd lag achterover in de handen. Ivo, wat den duivel, gaat ge de jongens alzoo zienling laten doodvallen van honger, en daar liggen, gij luie leegganger?!

Het stond ineens vóór haar, vast als een wreede werkelijkheid en zij gruwde er van. Zij schudde hartstochtelijk het hoofd, met over hare wangen een kleur als vuur, met in haar oogen de onverzettelijke stugheid van een sterk besluit: "Nie nie, Ivo; nie nie, dat 'n es nie meugelijk, dat 'n kan niet ... Alfons ... mijn kinderen ... o nie nie, noeit, noeit!" Als door een veer bewogen stond hij op.

Dille was nog bij 't bedde en in de uchtend-stilte begon zij al luide: Ivo, toe, kom er maar uit, 't is 's nuchtens best om iets te betrapen buiten, de eerste aankomers zijn eerst besteld. Ge moet naar den brouwer, en naar Fleters aan 't fabriek; en aan de wasscherij en aan de werf, daar kan een scheep te lossen liggen. Ivo kroop er uit en zoo gauw was hij buiten, zonder een woord te spreken.

Maar hunne namen zijn in de friesche geschiedenis bewaard, en worden daar op verschillende wyzen gespeld: Heerjousma b. v. en Heerywesma; ook Her-Alma. Het zijn patronymika van Heer-Jou, Heer-Ivo en Heer-Alle. Jou, Juw, meest in verkleinform als Jouke voorkomende, Iwe of Ivo en Alle zijn nog heden als mansvóórnamen in Friesland in volle gebruik.

"Nu gij!" morde hij, de handen tot Ivo-den-wolvenjager uitstekende om hem te grijpen; maar Ivo sprong met eenen schaterlach over de leuning en riep, terwijl hij reeds in de ledige ruimte nederzonk: "Vrij, vrij tot in den dood!"

Mijnheer Gwyde zat in een rijke leunstoel tegen de wand van het oppergedeelte der zaal; rondom hem stonden de heren Jan van Lichtervelde en de heer van Heyne, beiden Beers van Vlaanderen , de heer van Gavere, wiens vader door de Fransen voor Veurne was vermoord, de heer van Bornem, Tempelridder, de heer Robrecht van Leeuwergem, Boudewyn van Raveschoot, Ivo van Bellegem, Hendrik heer van Lonein, Luxemburger, Goswyn van Goetsenhoven en Jan van Cuyck, Brabanders, Pieter en Lodewyk van Lichtervelde, Pieter en Lodewyk Goethals van Gent, en Hendrik van Petershem.

Dan sprong zij recht in opgewondenheid, al wist ze nog niet waarop heur korzelige gramte uitwerken; ze stootte de deur van de zijkamer open, ze spande de vuisten op de heupen en stond vóór 't bed in de kamer waar heuren vent lang lag uitgestrekt. Ivo, riep ze, Ivo! Hij hoorde het wel, maar wat voordeel?

Ivo had in de eerste verwondering, om die plotse furte het hoofd gewend in 't gedacht dat zijn wijf hem wat nieuws kwam schreeuwen: dat er werk gevonden was of eene boodschap te doen, als hij hoorde heur zotten uitval, keerde hij de oogen weer naar boven en roerde geen spier. Gij groote, lange, luie lummel! zijt ge niet beschaamd, 'k zou liever mijne vingers afeten.

Hij keerde terug tot den boord van het bosch, waar zijne vrienden de Keurmans, met Ivo-den-wolvenjager het oog bespiedend op den burcht hielden gericht. "Men waakt ginder", murmelde een hunner. "Zie daar, boven den muur, nevens de poort, die bewegende vlekken. Zijn het geene menschenhoofden?" "Zeker", bevestigde Ivo.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek