Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Marie stoot moeder onder tafel an. "Je hoeft me niet an te stooten," bromt moeder nog. Maar ze zwijgt als vader, die altijd bang is dat er te weinig is, de derde kip voorsnijdt. "Dolf, wat zit je met 'n gezicht als een Isegrim!" zegt Klaar, die Dolf wil afleiden, terwijl ze 't zelf jammer vindt dat Jo d'r niet is. "Je mag niet met zoo'n gezicht het nieuwe jaar ingaan," roept Leentje.
Al zit hij in de klem, hij verliest den moed niet. Aan 's Konings hof gekomen na al zijne misdaden, krijgt hij het benauwd; toch houdt hij het hoofd op, hij loopt als een prins bij den weg. Met de galg voor oogen spot hij nog met Isegrim.
Kortom, het is WILLEM'S dichtwerk onder de handen van den omwerker gegaan, zooals Reinaert onder die van tante Rukenau, de apin. Reinaert moet in het krijt komen tegen zijn ouden vijand, den sterken Isegrim. Zonder list zal hij dezen niet kunnen overwinnen. Moei Rukenau weet raad. Zij scheert neef Reinaert glad tusschen hoofd en staart en smeert daarna zijn romp met olie in.
Deze ridder was vroeger geen Isegrim geweest; hij had integendeel zeer dikwijls de gevaarlijke ontwerpen der Tancmars afgekeurd en zelfs de Kerels ten hove verdedigd; maar, zooals het nu bij velen het geval was, de moord des graven had hem met verontwaardiging vervuld, en hij wenschte niets meer dan tot de wraakneming over de afschuwelijke euveldaad te mogen medewerken.
Isegrim!" maar tot nu toe galmden ze beide met evenveel kracht en hevigheid. De kastelein Hacket, die te midden der Kerels had gevochten, meende dan te bemerken dat zijne mannen, onder den druk eener onweerstaanbare overmacht, allengs achteruitweken. Door een angstig gepeins aangegrepen, verliet hij den strijd en ging terug tot bij de Hofstraat, om over den toestand te kunnen oordeelen.
Wij zijn er in gelukt gedurende des vorsten afwezigheid Kerlingaland in eene volstrekte rust te houden. De graaf moet over ons voldaan zijn en wij hebben dus het recht te hopen dat hij ons tegen de booze aanslagen der Isegrims zal beschermen." "Ja, verwacht u daaraan!" gromde Burchard. "Hij is zelf de grootste Isegrim...."
Maar hier werden zij van boven de poort en van boven de wallen zoo overvloedig en zoo woedend met steenbonken, met balken, met pijlen en met allerlei werptuig onthaald, dat elke Isegrim, die dorst naderen, even ras verpletterd nederviel .
"Zoo sla mij Thors hamer, indien ik den eersten Isegrim die slechts een woord van dit lied in mijn bijwezen durft zingen het hoofd niet kloof!" schreeuwde Burchard boven het gerucht uit. "Klachten genoeg, daden moeten er zijn", zeide Willem Van Wervick. "Wat blijft ons te doen? Het is gansch eenvoudig: ons in de Ambachten begeven en alles tot den opstand bereiden."
Het is gelijk, ik zal het sein geven door den dwingeland te treffen. Op den roep van 'Harop! Harop! sluit gij alle uitgangen af. Geen Isegrim mag ontsnappen. Aanvaardt gij het voorstel, leggen wij dan nog eens daarop de handen te zamen ." Zij zochten tastend elkander en zwoeren zwijgende den gruwelijken eed. "Op weg nu! Verlaten wij, de eene na den andere, dezen Steen.
Bij Aardenburg moet een schuur staan, welke "Malpertuis" heet, naar het kasteel van den slimmen vos, en onder Schoondijke, bij Waterlandskerkje, ligt het aloude gehucht Steenhove, een overblijfsel van het verdronken Elmare, waar Reinaert zijn zoogenaamden oom Isegrim aan het klokketouw bond, zoodat men in den omtrek Zwoer, 't Was of de duivel òf zijn moer, Die de klok zoo geweldig deed gaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek