Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
"De vijanden der Kerels zijn degenen die ons arm vaderland het brandmerk van den sluipmoord op het voorhoofd willen drukken!" "Maar, vermetele", bulderde Ingelram, "weet gij niet waartoe uw eed ons recht geeft? Gij zijt in onze macht. Zoo het ons lustte in uw bloed het geheim te versmachten dat wij u hebben toevertrouwd?"
Burchard en zijne beide eedgenooten, Ingelram en Isaac sleurden den ridder bij het haar over den vloer der kapelle naar de uitgangdeur. "O, mijn God, mijn God, erbarm u mijner!" kermde Walter Van Lokeren. "Spaart mij, spaart mij!" "Wij zullen u sparen zooals gij ons bij den graaf heb gespaard, valsche lasteraar! " antwoordde hem Burchard.
Willem Van Wervick en Ingelram Van Eessen hadden al zijne woorden met geestdrift toegejuicht, en nu en dan vuriger nog dan hij, hunnen haat voor graaf Karel uitgedrukt. Na eenige wederspraak van beider zijde, staakten Hacket en Robrecht hunne vruchtelooze pogingen, daar de meerderheid hen met onwil aanhoorde en luidruchtig riep dat men tot de stemming zou overgaan.
In het nachtgevecht had hij meer dan de helft zijner Houtkerels verloren, terwijl integendeel de bende van Ravenschoot bijna geheel door het lot was gespaard geworden. Ingelram Van Eessen en zijne gezellen, die Burchard den moord hadden helpen plegen, waren niet in den burg. Hunne meeste mannen uit het Noord-Vrije vermiste men insgelijks.
Burchard Knap is genaderd en heeft hem met eenen enkelen slag het hoofd gekloofd. Ingelram Van Eessen heeft den hofraadsheer Tancmar den schouder afgehakt; Isaac Van Eeninghe heeft den hofbottelier bij de poort der kerk vermoord...." "IJselijk, ijselijk!" morde Robrecht, de handen met wanhoop wringende. "Kent gij niet mher Disdir Vos?" vroeg hij. "Zeker, heer, ik ken hem wel."
Zij vochten als verwoede leeuwen en zaaiden rondom zich dood en vernieling in de schaar hunner vijanden, zoolang totdat, hun getal schier geheel weggesmolten zijnde, hun geene hoop meer overbleef om te kunnen overwinnen. Dan, op de stem van Ingelram Van Eessen, drongen zij met eene laatste inspanning van krachten door den drom hunner vijanden en weken, altijd strijdende, in de St-Jakobsstraat.
Ik moodenaar? Ha, nu begrijp ik uw mistrouwen en ik roem er op! Ja, heeren, gij waart rechtvaardig jegens mij, toen gij vreesdet dat ik zou weigeren deel te maken van zulk gruwelijk verbond." "Gij hebt gezworen en zijt slaaf van uwen eed!" zeide Ingelram Van Eessen. "Dien eed hebt gij door vuige list mij ontrukt. Ik verbreek hem. Hoe?
Eerst hakten de beulen Ingelram en Willem de handen af, dan doorstaken zij hunne lichamen met honderd kleine wonden, en martelden onmenschelijk hunne slachtoffers, totdat zij eindelijk; gansch doorkerfd nedervielen en hunne lijken onder de voeten van honderden wapenknechten werden vertreden en verpletterd.
Robrecht, door eene plotselijke gemoedsomkeering ontroerd, stiet langzaam den arm van sher Ingelram terug, aanschouwde met diepe droefheid de andere ridders en hief de handen als eene klacht ten hemel. "Wat? Tranen in zijne oogen!" schertste Willem Van Wervick "Hij bemint wel vurig den dwingeland, dat de gedachte zijns aanstaanden doods hem doet weenen !"
Het waren Ingelram Van Eessen, Isaac Van Reninghe en Willem Van Wervick. Deze ridders betuigden eene groote blijdschap bij de intrede van Robrecht; zij stonden van hunne zetels op, gingen hem te gemoet en drukten hem de handen, met allerlei vleiende bewoordingen hem lovende voor zijne bereidwilligheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek