Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


Gestr. Heer Hoofdofficier en broeder van de beminnelijke Juffrouw Suzanna Alette Huyck; maar jawel: pas ben ik op mijn plaats gekomen, of daar haalt mijn buurvrouw, het dikke wijf van den koperslager, haar loddereintje uit de tasch en na mij driemalen te hebben aangekeken, als wilde zij zeggen: "ik weet wat ik weet," en driemalen aan het mooie zilveren doosje geroken te hebben, steekt zij het mij toe en vraagt: "is Mijnheer uw broeder ook in de kerk?

"Het is mijn vader!" fluisterde ik: "om Godswil...." "Welnu!" ging zij voort: "zeg dan aan uwen vader, dat ik van zijnentwege een andere behandeling had verwacht. Zoo iemand zonder opvoeding, gelijk Heynsz, mij beleedigde, ik dacht niet, dat de Heer Huyck een dergelijke handelwijze zou navolgen."

"Heeft UEd. geen vertrouwen op de lieden?" vroeg ik. "Hoor, mijn waarde Heer Huyck! Vertrouwen is een goede zaak en buiten die kan men geen handel drijven: maar ne quid nimis! zooals wij op de school plachten te zeggen. In de negotie moet men zelfs zijn eigen vader niet te veel vertrouwen schenken: dat is een vaste regel: hou u daaraan.

"Uw dienaresse, Juffrouw Huyck!" zeide Henriëtte, terwijl zij nader trad met het voorkomen van iemand, die een kloekhartig besluit neemt: "verschoon mijn vrijpostigheid: de meid zeide, ik zou maar boven gaan: ik wist niet, dat UEd. bezoek had. Ik kwam u het boek terugbrengen, dat UEd. mij geleend heeft. Goeden morgen, lieve Santje! hoe gaat het u?"

Wat zij zeide ... hoe zij ... in 't kort, ik ben verplicht u verschooning te vragen voor de verkeerde gedachten, die ik van U had opgevat." Hier eindigt het verhaal van den heer Huyck.

En dan kleeden zich die schelmen soms als Heeren en sluipen in de huizen, om te zien, of er iets van hun gading is." "Ja!" zeide de Heer Lodewijk: "en wanneer zij niets anders vinden, pakken zij de mooie meisjes ook al mede." Ik kan u zeggen, Mijnheer Huyck, het denkbeeld deed mij schrikken! verbeeld u, mijn aanbiddelijke Flora,

"Waarlijk, Mijnheer Lodewijk!" zeide Helding: "UEd. is in dwaling: het was wel degelijk aan mij, dat de Heer Huyck een bezoek kwam geven! en ZEd. zou deze deur stilletjes zijn voorbijgeloopen, indien ik ZEd. niet op het gerucht opmerkzaam had gemaakt."

Ik weet niet, welke gedachten gij omtrent mij koestert en wil die ook niet kennen; maar dit verklaar ik u, dat alle beleedigende uitlegging, welke gij aan mijne korte kennis met den Heer Huyck zoudt willen geven, op verkeerde gronden berust." "Dacht ik het niet?" zeide Lodewijk: "Mademoiselle is te beleefd om Mijnheer tegen te spreken."

Bij onze nadering zag hij op, en ik herkende hoewel niet geheel onverwachts Sander Gerritsz of, anders gezegd Zwarten Piet. "Plaats maken!" zeide de Dokter: "Wat gerust? Nog ijlende?" "Zij is bedaarder, maar doodzwak," zeide Sander, met een zucht; "zij ligt geheel wezenloos en heeft mij nog geen woord toegesproken," en toen, mij herkennende: "Mijnheer Huyck!" riep hij verbaasd uit.

"Gij zijt een braaf mensch, Mijnheer Huyck," zeide Amelia, mij met aandoening de hand reikende: "en mijn vader, door zijn vertrouwen op u te stellen, heeft mij een nieuw bewijs gegeven, met hoeveel juistheid hij bij den eersten oogopslag de menschen weet te beoordeelen. Dan, laat ons thans niet meer spreken over hetgeen toch niet meer te veranderen is: La plainte ni la peur ne changent le destin,

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek