Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 oktober 2025


Ik merk ook," vervolgde hij met een verheffing van stem en terwijl hij mij scherp aanzag, "dat het tijd werd dat ik kwame." "Met uw verlof," zeide Heynsz, tusschen beiden tredende: "deze Heer is de Heer Huyck, zoon van onzen achtbaren Hoofdofficier en een eerlijk cavalier, wien Mejuffer zich niet behoeft te schamen van te kennen."

En terzelfder tijd nam hij een paar goudstukken tusschen de vingers en stak mij die toe. "Ik dank u," zeide ik: "uw aanbieding is zoo bescheiden gedaan, dat zij mij niet beleedigen kan. Ik behoef geen belooning, ik ben de zoon van den Heer Huyck, den Hoofdschout van Amsterdam, en zoo ik u van eenigen dienst kan zijn...."

Thans vlei ik mij, op de plaats onzer bestemming gekomen, gelegenheid te vinden om mij naar Rusland te begeven, alwaar de Hemel mij vergunne, mijn dagen, na zooveel wisselvalligheden, in vrede te slijten en aan mijn arme dochter die rust te bezorgen, welke haar geschokt gestel behoeft. Neem gij intusschen, Mijnheer Huyck! nogmaals mijn dankbetuiging aan.

"En dan verder," vervolgde Suzanna, "verzoekt Henriëtte, dat gij aan Kaatje haar kapsel met rozeroode strikken vraagt, en haar kleed met de fontanges en haar zijden keurs, en haar Brusselsche schoenen en...." "Ik verzoek om verschooning, Mijnheer Huyck," zeide Henriëtte: "ik heb niets van dat alles gezegd; zooals Kaatje 't schikt, is 't mij wel. Foei Santje...."

Men zal mij wel zoo aanstonds roepen." "Ach! wat helpt dat?" vroeg de Heer Blaek, terwijl hij zijn angstige blikken beurtelings van mij op Van Lintz liet wandelen: "Mijnheer Huyck heeft toch reeds te veel gehoord! Hoe kan men zoo onvoorzichtig zijn!" "En wat is er toch," vroeg Van Lintz, terwijl hij met gekruiste armen tegen den wand stond, "waarover gij u bekommert?

"Ik had niet verwacht, u hier aan te treffen, Mijnheer Huyck!" zeide Van Lintz, die inmiddels met zijn dochter had plaats genomen: "het is waarschijnlijk de ramp, aan uw schip overkomen, die u herwaarts gevoerd heeft. Wanneer is UEd. van huis gegaan?"

Laat de Heer Huyck geen moed verliezen; hij zal, vlei ik mij, bij zijn terugkomst geen moeite hebben, om zijn Henriëtte te overtuigen, dat hij nooit iemand buiten haar bemind heeft." "Hoe!" zeide ik, aangenaam gestreeld door de hoop, die zij mij gaf, en tevens verrast door het stellige van haar belofte: "gij gelooft waarlijk...."

Kort na uw vertrek, Mijnheer Huyck! kwam Heynsz binnen. Ik verzocht hem alleen te spreken. Ik meldde hem dadelijk, dat ik de vader was van Amelia, de Overijselsche koopman, waar hem Bouvelt over gesproken had.

"O! dat is niets!" zeide Van Lintz, met een glimlach: "de Heer Huyck zal mij niet verklappen: en bovendien, ik heb geene keuze en moet de gelegenheid, nu zij zich voordoet, bij de haren vatten. Er kon voor mij geene gelukkiger ontmoeting zijn dan deze; want ik had al op de middelen gepeinsd om een onderhoud met u te hebben."

"Ik geloof ook," vervolgde ik, "dat het raadzaam voor hem zijn zal, zich niet weer hier te vertoonen: want het is genoegzaam bekend bij de Justitie, dat hij met Zwarten Piet en zijn makkers heult, en, zoo men hem krijgt, zal hij den dans van de ladder niet ontspringen." "O, Meneer Huyck!" zeide zij: "je weet niet, wat ik van den jongen te lijen heb.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek