Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 oktober 2025


En de Heer Huyck ook hier! maar dat verwondert mij minder: men ziet den rook, waar het vuur is: en als men zulke trekpleisters heeft...." hier zag hij, schamper lachende, naar Amelia.

Hij werd dan binnengelaten, en zijn ongedwongen, vroolijke zwier leverde een zoo sterk contrast op met de donkere, betrokkene gezichten der aanwezigen, dat hij in het eerst geen aangenaam denkbeeld van onzen huiselijken kring kan hebben opgevat. "Ik kan niet mankeeren," zeide hij, na eenige strijkages, mij te komen informeeren naar de gezondheid van Mejuffrouw Huyck.

Eindelijk scheen hij moed te vatten: en na een zwaren zucht, bracht hij met een flauwe stem en nedergeslagen oogen het navolgende uit: "Ik kan niet van mijn verwondering terugkomen, dat ik den Heer Huyck, den zoon van den Heer Hoofdofficier ... in betrekking zie met iemand, die ... die...." hier scheen hij naar zijn woorden te zoeken.

"De Heer Huyck is onschuldig, mijn vader!" zeide Amelia, eer ik antwoorden kon: "hij is hier op mijn verzoek gekomen ... hij heeft met deze juweelen niets te maken." "Hoe!" herhaalde de vader, meer en meer verstoord: "op uw verzoek? En waart gij dan...? o ik onnoozele!" riep hij, zich voor het hoofd slaande.

"Bedwing u," zeide ik, voor een uitbersting bevreesd: "denk aan de gevolgen! Wees bedaard." "Blaek!" zeide Helding: "Wie? Lodewijk Blaek? Komt hij hier, om den ouden man te tergen, wiens kind hij bedorven, wiens grijze haren hij met schande bedekt heeft? Hou mij niet tegen, Mijnheer Huyck! Ik wil hem spreken! Gij zult het een vader niet beletten, den moordenaar zijner dochter op te zoeken."

"Zoo!" antwoordde ik, Amelia eenigszins verwonderd aanziende en onbewust, hoe verre zich haar mededeelingen hadden uitgestrekt. "Ja, Mijnheer Huyck!" zeide Amelia, mij uit de verlegenheid helpende: "ik heb aan Mejuffrouw uw Tante kenbaar gemaakt, dat UEd. zoo vriendelijk geweest zijt om mij van dien lastigen Heer te ontslaan."

"Neen!" zeide Amelia: "ook om uwentwille, Mijnheer Huyck! moet ik niet bij uwe zuster blijven. Zouden de menschen, die altijd liefst genegen zijn het ergste te denken, u niet beschuldigen van te heulen met iemand, dien gij vervolgen moet, door aan zijne dochter huisvesting bij uwe naastbestaande te verleenen?"

Ziedaar, Mijnheer Huyck! hier is een circulaire, die ik gesteld heb, om bericht van onze compagnieschap te geven: UEd. gelieve uw oordeel daarover te zeggen. Nu zie! dat is mis," vervolgde hij, een anderen brief lezende, en dien aan Karelsz overreikende, die bleek werd als een doek.

"En tevens kwam ik mij de eer procureeren," vervolgde Reynhove, "van kennis te formeeren met den Heer en Mevrouw Huyck: een satisfactie, welke ik mij tot nog toe had moeten refuseeren, en welke het gunstigste resultaat is van dat facheus geval."

"Ik ben uw seconde, Blaek!" zeide Van Ranst, zich oprichtende, en de breede borst omhoogzettende. "Ja kottorie! dat kun je niet onder je laten, Plaek!" zeide Weinstübe. "Wees toch zoo dwaas niet, Blaek! zeide Reynhove, tusschen beiden tredende: "onze vriend Huyck heeft perfect gelijk.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek