United States or Lebanon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na het diné vertrok ZEd. per diligence; evenwel niet dan na mij de belofte te hebben afgeperst, dat ik na afloop van mijn ophanden zijnde candidaatsexamen, zonder fout, een paar weken bij hem zou komen doorbrengen; als wanneer hij mij eens zou toonen hoe hij gewoon was menschen te ontvangen, en hoe goed zijn kelder was.

Integendeel; 's mans lokken zaten, dank zij het uitmuntend plakmiddel, bij de haarbouwkunstenaars als cosmétique bekend, even glad en net als gisteren; de blik zijner oogen was volmaakt kalm; en ook beefde de hand des desperaten heeren Van der Hoogen niet, toen hij die naar een glas port uitstak, dat mijn gastheer voor ZEd. had ingeschonken.

Met de aan ZEd. verschuldigde achting de familie Van Armeloo." Rechtvaardige hemel! De letters van dat libel staan hem telkens weer als vurige slangen voor den geest. En ja, na alles wat hij daar van dien wauwelaar hoorde, kon het niet anders of ook August moest schuld aan die verregaande beleediging hebben.

De heer Van der Hoogen heeft zich in het beheer van zekere aan zijne verantwoording toebetrouwde gelden zoo weinig charmant gedragen, dat hij het raadzaam heeft geacht op een goeden morgen zijn hotel in den beddewinkel voor goed te verlaten, tot niemands spijt dan van den beddemaker en zijne eegade, die een halfjaar kamerhuur en een aardig sommetje aan verschotten aan ZEd. te kort kwamen.

De komst van de familie Kegge maakte eenige opschudding onder de jonge heeren, die achter in de zaal stonden en die door den heer Kegge, naarmate hij hen passeerde, zeer luidkeels begroet werden. Over 't algemeen sprak ZEd. een toon of wat te hoog en te bar voor een publieke plaats. "Van der Hoogen! waar moeten de dames zitten? Ik hoop wat vooraan.

"Waarlijk, Mijnheer Lodewijk!" zeide Helding: "UEd. is in dwaling: het was wel degelijk aan mij, dat de Heer Huyck een bezoek kwam geven! en ZEd. zou deze deur stilletjes zijn voorbijgeloopen, indien ik ZEd. niet op het gerucht opmerkzaam had gemaakt."

Zijn buurman met het repetitie-horlogie vond het niet kwaad, mits het spoedig geschiedde, daar het uur verliep en hij dien middag visch moest eten. Een der andere Vennerheeren evenwel maakte ZEd. Achtb. opmerkzaam, dat het niet direct met de wet zou strijden, indien men vooraf den gedaagden gelegenheid gaf, om hunne verontschuldigingen voor te brengen.

's-Gravenhage, 9 Sept. 1863. "Mijnheer de Spectator!" Om dien aanhef heb ik eens iemand vreeselijk hooren lachen. Die lacher vond het dwaas, en bovendien vond hij niets heerlijks aan de Spectator. ZEd. was boekverkooper en had er geene enkele bestelling op.

Maar om tot den ontslapene terug te keeren. Ik kan wel zeggen met ZEd. mijn geheele ambitie voor het vak is ten grave gedaald. Want wat wil men tegenwoordig? Met achterstelling van al het gracieuse, al het waarlijk schoone der operatie, wil men alleen gauw geholpen wezen, en zoo zacht en ongevoelig, alsof men den baard weg waschte.

Zeg u aan Mijnheer, wil u, dat ik ZEd. bedank voor zijn vertrouwen in mij; ik zal mijn best doen het niet te beschamen, d.i. uw meiske zal hare krachten eens gaan beproeven aan dat verlangd artikeltje en zien wat zij daarvan zal terechtbrengen. Doch een verzoek: Stel u er niet te veel van voor en heb een beetje geduld!