Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Dat mijn schot hem niet deerde, hebt gij zelf gezien. Ja, ik stond bij de huisdeur. Vreemd is het zeker. Ik kon u bij het lamplicht zien, dat in de kamer brandde. Ook zag ik dien verdoemeling, namelijk zijn halven kop. Ik zag u aanleggen, den loop op zijn voorhoofd gericht. Uw schot knalde en spoot vuur, al sof gij er een heel pond kruit op geladen hadt.
Zwijgend gingen ze verder. Alleen in de stilte. Links lag het dorp met zijn dol-vroolijk gegloei van roode daken in het effen groen. Tamme rook-spiraaltjes verwasemden in de heldere lucht. De kerktoren was grooter geworden. De haan op den toren stond te stralen als een gouden pauw. De dorpsstraat slingerde witjes, rustig, glad. Bij de huisdeur, in een rieten stoel, zat ze in 't zonnetje.
De arme vrouw was er zoo verschrikt door, dat er meer dan vijf minuten verliepen, voordat zij kon opentrekken. "Ha!" dacht Rodolphe, "er zijn dus oogenblikken, waarop de portiersters weer vrouwen worden." Toen hij de huisdeur opende, vond hij in den hoek een dragonder en een keukenmeid in een avondmantel staan, die elkaar bij de hand vasthielden en het geld der liefde wisselden.
Wanneer ik langs Kreels huis ga, en ik wil hem hebben, zoo fluit ik, en hij komt. En wanneer Kreel langs onze woning gaat, en hij wil mij zien, zoo fluit hij, en ik kom. Trijn weet, dat ik en hij in zulk een fluit-gemeenschap met elkander staan. Ik fluit. Een bundel licht, die over het donkere erf schiet, toont, dat de huisdeur opengaat.
"Is hij weg?" riep Martha, die kwam aanloopen op het geraas van de huisdeur, die zoo hard was toegetrokken, dat het geheele huis er van dreunde. "Ja!" antwoordde ik, "voor goed weg!" "Hoe is het met zijn middagmaal," vroeg de oude meid. "Hij zal niet eten!" "En met zijn avondeten?" "Hij zal niet eten!" "Wat!" zeide Martha, hare handen ineenslaande.
Plotseling wordt er met den klopper zoo geweldig op de huisdeur geslagen, dat ik waarachtig meen, dat er hier of daar brand is, en den jongen van mijne knie laat vallen. Zoo hard ik maar kan, loop ik de trappen af, neem met mijne lange beenen telkens drie treden in eens, en schuif den grendel terug.
Toen het nu bekend werd, dat de oude vos gestorven was, begonnen de vrijers op te dagen. De meid hoorde eens, dat er aan de huisdeur geklopt werd; zij deed open, en er stond een jonge vos; hij sprak: »Juffer poes wat doe je toch, Ben je wakker of slaap je nog?« zij antwoordde: »Slapen niet, ik ben niet moe, Wil je weten wat ik doe? Boter doe 'k in 't warme bier, Komt mijnheer te gast hier?«
Terwijl het gesprek, dank zij den Vicaris, die de gasten over hun werken onderhield, weder een letterkundige wending nam, ontstond er plotseling een onverwacht gerucht en herhaald geklop aan de huisdeur, waarop, na het openen daarvan, een verward geluid van stemmen volgde en voetstappen gehoord werden van nieuwaangekomenen, die de trappen haastig kwamen opgeloopen.
Jo zou nooit kunnen leeren zich betamelijk te gedragen; want toen hij dat zei, vlak voor de huisdeur, legde zij haar handen beide in de zijne, en fluisterde teeder: "Nu niet meer leeg;" en op dat gewichtig oogenblik kuste zij haar Friedrich onder de parapluie.
En zoo was nu de Eerste Pinksterdag aangebroken; voor de huisdeur stonden twee lichtgroene Meiboomen, als kaarsen zoo recht, en van de bovenste takken waaiden roode linten in den warmen lentewind; de duiven zaten allen naast elkander op het dak, en kirden en koesterden zich, en Peter, die van zijne zitplaats de vurige bruinen in toom hield, had ook een rood lint om zijne zweep gewonden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek