Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Daarna gingen Joe en Huck weder zwemmen, maar Tom durfde zich daaraan niet meer wagen, omdat hij bij het uittrekken van zijn broek, het palingvel van zijne enkels gestroopt had en hij zich niet kon begrijpen, dat hij zonder dit geheimzinnig voorbehoedmiddel zoo lang aan de kramp ontkomen was.
Tom nam zijn lantaren, stak haar in de ton aan en bedekte haar zorgvuldig met den handdoek, en de avonturiers kropen in de duisternis naar de herberg. Huck bleef op schildwacht staan en Tom liep op den tast de steeg in.
Al wat jij te doen hebt, is op een draf te loopen naar Hooper-street en te miauwen; en als ik slaap, gooi je maar wat zand tegen het raam, dan word ik wel wakker. "Best, dat blijft afgesproken." "Nu, Huck, het onweder is voorbij en ik ga naar huis. Over een paar uren breekt de dag aan. Jij gaat terug en blijft wachten, niet waar?" "Ik heb gezegd, Tom, dat ik het doen zal en ik zal het doen.
Na het ontbijt zochten zij een schaduwrijk plekje op, waar zij zich nederlegden, terwijl Huck zijn pijpje rookte, en toen de vermoeidheid geweken was, gingen zij het bosch in, op een verkenningstocht.
Dat zijn juist de zaken die wij noodig hebben, als wij op rooftochten uitgaan. Wij zullen ze hier laten en onze slemppartijen hier ook houden." "Wat zijn slemppartijen?" "Dat weet ik niet, maar roovers houden altijd slemppartijen en wij moeten zulks natuurlijk ook doen. Kom mee, Huck, wij zijn hier lang genoeg geweest. Ik heb honger ook. Wij zullen eten en rooken, als wij in de boot zijn."
Laat ons nu maar spoedig opstaan en aan het graven gaan." Zij werkten een half uur in het zweet hun aanschijns, doch zonder gevolg. Zij zwoegden nog een half uur, weder zonder baat. Toen zeide Huck: "Worden die schatten altijd zoo diep begraven als deze?" "Somtijds, niet altijd. Meestal niet. Ik geloof, dat wij op de verkeerde plaats zijn." Zij kozen daarom een andere plek uit en begonnen weder.
Er werd derhalve besloten niemand iets van het programma voor den nacht mede te deelen. Opeens schoot Tom te binnen, dat Huck dien nacht wel eens kon komen, om het teeken te geven. Deze gedachte bracht een gevoeligen schok aan zijne blijde verwachtingen. Toch kon hij er niet toe komen het pretje bij de weduwe Douglas er aan te geven. En waarom zou hij dat doen?
Eindelijk zei Tom nauw hoorbaar: "Denk je, Huck, dat Hoss Williams ons hoort praten?" "Natuurlijk, ten minste zijn geest." Na eene pauze zeide Tom weer: "Ik wou, dat ik gezeid had, mijnheer Williams; maar ik bedoelde geen kwaad. Iedereen noemt hem Hoss." "Een mensch kan anders niet te beleefd zijn, als hij over doode menschen spreekt, Tom."
Tom stapte met hooge borst naar een dicht boschje van sumakhout en zeide: "Hier is het, Huck; het is het aardigste holletje uit de gansche streek. Je moet het niet verklappen. Ik heb al lang zin gehad om roover te worden, maar ik wist, dat ik eerst zoo'n ding moest hebben als dit; maar dat te vinden, daar zat het hem!
Eindelijk sprak hij: "Wel, ik zal voor een maand naar de weduwe teruggaan en het probeeren, en zien of ik het kan uithouden, als je me belooft dat ik bij de bende zal behooren, Tom." "Best, Huck, dat blijft afgesproken. Ga maar mee, oude jongen; ik zal aan de weduwe vragen, of ze je een beetje meer vrijheid wil geven." "Zul je dat wezenlijk doen, Tom? Dat is goed.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek