Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 oktober 2025
Het deksel lag verward, en men kon zien, dat er een schrikkelijk geweld.... O, hemel, mijn droom van dezen nacht was dus waarheid!" "Lagen de kleederen van Willem in de kamer?" vroeg Peternelle, die geweld deed om tegen de verschriktheid te worstelen. De hovenier wreef zich het voorhoofd als om zijn geheugen op te klaren. "Zijne kleederen?" herhaalde hij. "Neen, die heb ik niet bemerkt."
Dan stond hij op en zeide: "Ik dank u, vrienden, de hesp is goed, en ik had zulken eetlust, dat het mij heeft gesmaakt, als ware mijn geest niet in droeve gepeinzen verslonden. Kom nu, Jakob, toon mij den hof van het kasteel." Zij gingen beiden buiten, de hovenier scheen zijne stappen naar een looverhuisje te richten.
Hij deed den man, die zijnen koffer voerde, voor het hek stilhouden, betaalde hem zijn loon en riep op den hovenier. Jakob Mispels kwam buiten, droeg den koffer in huis en zeide dan tot den jongeling met eene uitdrukking van geheimzinnigheid en schrik: "Willem, zij is op het kasteel." "Wie? mijne nicht?"
Jakob liep met haast ter deur uit en deed van buiten teeken aan het meisje, dat zij hem zou volgen. Zij had moeite om hem in te halen: het was zichtbaar, dat hij haar vooruit wilde blijven. Toen zij op het kasteel gekomen waren en het einde van eenen duisteren gang hadden bereikt, bleef de hovenier omtrent eene opene deur staan en wees met den vinger in eene zaal.
"Wilt gij intusschen iets eten of een kopje drinken, het is u van harte gegund." "Wees gedankt, wij hebben in de afspanning bij den steenweg gegeten. Al wat ik wensch, is mijnen oom te mogen zien." "Gij moet wachten, totdat de geesten vertrokken zijn," snauwde Jakob. "En zal dit nog lang duren?" De hovenier zag op naar het uurwerk en zeide: "Het oogenblik nadert.
De hovenier zal er bezwaarlijk van afstappen: zoolang gekweekt, zoolang getroeteld! Doch wat de ent aanbelangt" vervolgde hij, zich even bezinnende: "ja, die was wel echt, doch werd helaas! op wilden stam gegriffeld." "Wat bedoelt gij?"
«Je kan ruiken dat het droog is," zei de hovenier plotseling. Ze waren in den tuin waar de bloemkas stond, en 't was zoo, er steeg een muffe lucht uit het zand, 't was alsof de grond zijn dorst uitademde in den nacht.
Dit gelukte hem zoo weinig, dat de knecht bij mijnheer Reimond bleef wonen, en mijne ouders van dan af mijnen oom nooit meer hebben mogen zien." "Die knecht heette Jakob Mispels, niet waar?" "Hebt gij hem insgelijks gekend, eerwaarde?" vroeg het meisje met verwondering. "Ik ken hem nog, mijn kind: hij woont op Wildenborg en hij is de hovenier des kasteels.
Met hun beiden hadden de gebroeders Melvill als ooms die beeldspraak gevonden, die, goed bekeken, toch aan den Volmaakten Hovenier ontleend was. Zij waren er ongetwijfeld tevreden over; want zij wekte een zelfden glimlach van tevredenheid op hunne goedige gezichten.
Ik heb in het achterste gedeelte van het kasteel eene kamer voor u doen bereiden. Jakob Mispels, de hovenier, zal u dienen; hij heeft last om u alles te bezorgen wat u noodig is, en verlangt gij iets, dat zich niet op Wildenborg bevindt, Jakob zal naar het dorp gaan om het te halen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek