Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Het is, alsof mijn oom mij zijnen aanstaanden dood aankondigde. Hij is dus zeer ziek?" "Neen, hij is niet ziek." "Maar, om Gods wil, wat beteekent de brief dan?" "Hij beteekent, dat uw arme oom gaat sterven!" antwoordde de hovenier met eene doffe stem. "Sterven? En hij is niet ziek? Wees toch klaar, Jakob, ik begrijp u niet."

In het eenzaam bosch, men weet niet wat men kan ontmoeten. Gij moogt hier niet langer blijven, mejuffer; mijnheer zegt, dat ik u onmiddellijk naar het dorp moet brengen." Zij volgden beiden den hovenier en verdwenen met hem in zijne woning. Het was nacht. In eene groote bovenzaal van het kasteel Wildenborg lag mijnheer Reimond met gesloten oogen op een bed.

«Help me onthouden dat we van avond de nachtcactus nog eens gaan zien," zei de hovenier ineens. Daar klonk een bellend gelui uit de schemering, harde klepklanken met een verweerd klokgeluid, en van voren en van achteren kwamen er klokgeluidjes luien door de lucht, dichtbij, ver en verderop.

Zij kussen de hand van den hemelschen Hovenier als Hij op wonderlijke wijze hun leven door middel van Zijn snoeimes reinigt, hen van levende ranken tot discipelen vormt, tot vrienden heiligt en hun hunne uitverkiezing met en in en voor Christus volkomen bewust maakt.

"De Freule heeft mij verlof gegeven om mijn oom Klaas Meinertz te komen bezoeken, daar de hovenier juist naar Tiel moest om gereedschappen te koopen: en de Heer Baron gelastte mij eens naar den welstand Uwer Edelheid te gaan vernemen en meteen te vragen of UEd. ook genegen zijt, morgen na den middag op het slot te komen. Er zal een groote kegelpartij wezen."

Maar 't grootste gedeelte paste niet by den grond waarop ze vielen, en onze kleine beginner in 't Mensch-worden was 'n te onbedreven hovenier, om uitterukken wat niet deugde en te ordenen wat bruikbaar was. Alleen met betrekking tot de eigenaardigheid van z'n gaven en streven Trieb! lag in dit alles iets byzonders.

Hij vond Jakob Mispels en zijne vrouw druk bezig bij den haard met de bereiding van zijn avondmaal; er lag reeds een wit ammelaken over de tafel gespreid. De hovenier, zoohaast hij den groet des jongelings hoorde, kwam hem te gemoet geloopen, greep zijne hand en vroeg met koortsige nieuwsgierigheid: "Welnu, welnu? Hoe is het afgeloopen? Heeft uw oom u goed onthaald? Is hij tevreden over u?"

Morgen zal ik het vijgenboschje daar ginds laten uitroeien. Het is dien jongen, priesterlijken hovenier, die daar de nog nauwelijks rijpe vijgen plukt, stellig om andere vruchten te doen, dan die hij zoo langzaam in zijn korfje legt. Met zijne hand zamelt hij het ooft in, en met zijn oor de woorden uit den mond zijns konings..." »Maar bij vader Zeus en Apollo!..."

Meest allen zijn intusschen gestorven, slechts twee weezen blijven er nog over. Inderdaad, ik heb door tusschenkomst van vreemde handen voor hunne opvoeding gezorgd, en nu nog verzeker ik eene kleine rente ten minste aan den zoon mijns broeders." "Arme Willem!" zuchtte de hovenier. "Wat moet hij groot geworden zijn!

Leve Jan Verhelst!" riep de hovenier, ten teeken van blijdschap zijne muts in de hoogte werpende. "Wees stil en luister," zeide Frederic. "De lieden van Bolderhout hebben Jan Verhelst veel smaad aangedaan. Hij zal morgen hier terugkeeren. Ga in het dorp rond, maak zijne onschuld bekend, opdat hij met vriendschap en eer onthaald worde, zooals het behoort."

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek