United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Grootmoedig vergaf-i den pater dat er geen enkele gekluisterde jonkvrouw in z'n woning was, en ook daaronder niet. Maar toch: Wel, juffrouw, de woning is eigenlyk niet heel groot, vind ik. Heeft u hier ruimte genoeg? Wel wis en zeker! Als-i grooter was, kon ik den boel niet knap houden in m'n eentje. Je moet denken dat ik de kamers van pastoor hiernaast ook voor m'n rekening heb.

Vrouw Patagon sloeg jammerend de handen samen. "'t Is stellig, dat er ongelukken gebeuren. De jongen, hiernaast, met zijn bakkebaard, dien ik alle morgen met een meisje aan den arm zag uitgaan, zag ik heden met een geweer onder den arm uitgaan. Madame Bacheux zegt, dat er verleden week een revolutie te... te... te... waar de kalven zijn... te Pontoise is geweest.

Of... neen, toch niet, de man heeft het te druk. Veel drukker dan pastoor hiernaast. Die is 'n beetje... hoe zal ik zeggen? Isegrimmig, ziedaar! Hy ziet niks door de vingers niks, niemendal! Nou, alle menschen zyn niet eender, en sommigen moeten hard aangepakt worden. Verleden heb ik gehoord dat er eens 'n man geweest is, die niet bang was voor de hel. Hoe vindje dat? Heel erg, juffrouw.

Maar gij gelooft zeker niet aan den Salamander en de Groene Slang?” „Gij bazelt maar wat, mijnheer de student,” antwoordde een kruisscholier, „nimmer bevonden wij ons beter, dan thans, want de klinkende thalers, die wij van den dwazen archivaris krijgen voor al die zinnelooze copieën, bekomen ons best; wij behoeven nu geen Italiaansche koorgezangen meer uit het hoofd te leeren, iederen dag gaan wij naar Joseph of een andere kroeg, wij laten ons het donkere bier goed smaken, kijken wel eens een lief meisje in de oogen, zingen als echte studenten: „gaudeamus igituren zijn oerfideel.” „De heeren hebben groot gelijk,” viel een procureursklerk in, „ook ik ben rijkelijk van zilveren thalers voorzien, evenals mijn waarde collega hiernaast en bewandel dapper denWeinberginplaats van bij die verwenschte actenschrijverij tusschen vier muren te zitten.” „Maar beste, waarde heeren!” zeide de student Anselmus, „bemerkt gij dan niet, dat gij den een voor den ander in glazen flacons zit en u verplaatsen nòch verroeren kunt, laat staan rondwandelen?” Toen lachten de kruisscholieren en procureursklerken luid-op en riepen: „die student is gek, hij verbeeldt zich in een glazen flesch te zitten, terwijl hij op de Elbebrug recht in het water staat te kijken.

Zorgvol keek Eleazar naar de daken, wetend hoe de blinde hechtte an sjabbeskleedij. As 't goed niet voór sjabbes terug was kans was 'r niet had ze 'n dag van diepe ellende. Het kind babbelde voort. "...Jan van hiernaast oome..." "Wie 's Jan?" "Jan, da's Jan-van-de-schoenmaker weet u nie? die heit 'm laast zoo lekker verneukt, oome.

Zij denken ook waarlijk, dat zij niet anders zijn dan de dieren. Zij denken, dat met den dood alles voor hen uit is. Zij halen de schouders op over de eeuwigheid. Arijan van hiernaast zegt, dat ieder zijn eigen duivel en zijn eigen god is. Zoo denken duizenden in Noord-Holland erover. Leven zij als de dieren of niet als de dieren?" Ik erkende: "Ja Bartje, gij zegt het wel.

"Weet je de poelier te wonen, in de straat hiernaast, op den hoek?" vroeg Scrooge. "Dat zou 'k gelooven," antwoordde de jongen. "Knappe jongen!" zei Scrooge. "'n Merkwaardig gladde jongen! Weet je ook of ze de kalkoen die daar hing al kwijt zijn? Niet de kleine, maar de groote die bekroond is?" "Wat, bedoel je die, die zoo dik is als ik wel?" antwoordde de jongen.