Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Als zij het niet houden, is het vreeselijk. Als zij het houden, is het ook vreeselijk. HERODIAS: In mijn oogen heeft mijn dochter wel gedaan. Ik hoor niets. Waarom schreeuwt deze mensch het niet uit? O, als iemand mij zocht te dooden, zoû ik schreeuwen, ik zoû het niet dulden ... Sla toe, sla toe, Naäman. Sla toe, zeg ik u ... Neen, ik hoor niets. Het is afgrijselijk stil.
Vult met wijn de groote zilveren bekers en de groote glazen bekers. Ik wil drinken op Caesar. Er zijn Romeinen hier, en wij moeten drinken op Caesar. ALLEN: Caesar! Caesar! HERODES: Merkt gij niet op hoe bleek uw dochter is? HERODIAS: Wat hebt gij daarmeê van-doen of zij bleek is of niet? HERODES: Ik heb haar nooit zoo bleek gezien. HERODIAS: Gij doet beter haar niet aan te zien.
Laten wij ons in ons paleis verschuilen, Herodias. Ik begin bevreesd te worden. De sterren verdwijnen. Een groote zwarte wolk glijdt voor de maan en bedekt haar volkomen. Het tooneel wordt zeer donker. DE STEM VAN SALOME: Ah, ik heb uwen mond gekust, Jokanaän, ik heb uwen mond gekust. Daar was een wrange smaak op uwe lippen.
Het waren de troepen van den Arabischen koning, wiens dochter hij verstooten had voor Herodias, de vrouw van een zijner broeders, die in Italië woonde zonder te streven naar macht. Antipas wachtte hulp van de Romeinen, en hij werd door onrust verteerd, omdat Vitellius, stedehouder in Syrië, nog steeds niet kwam opdagen. Agrippa zou hem ongetwijfeld bij den keizer in ongenade hebben gebracht.
Doop er uw roode lipjes in, en dan zal ik den beker ledigen. SALOME: Ik ben niet dorstig, Tetrarch. HERODES: Hoort gij hoe uw dochter mij antwoordt? HERODIAS: Ik vind dat zij groot gelijk heeft. Waarom ziet gij haar voortdurend aan? HERODES: Brengt mij vruchten. Ik zie gaarne den beet uwer tandjes in een vrucht. Bijt een klein stukje uit deze vrucht, en dan zal ik eten wat overschiet.
Hij veronderstelde dat hij met Cajus bevriend was, die op zijn beurt weer omgang had met Agrippa; en hij, Antipas, zou in ballingschap worden gezonden, waar ze hem misschien zouden verwurgen. Herodias trachtte hem met kleinachtende welwillendheid gerust te stellen. Eindelijk haalde ze uit een kistje een vreemdsoortige medaille, die den beeldenaar van Tiberius droeg.
HERODIAS: Ik geloof niet in voorspellingen. Hij spreekt als een dronken man. HERODES: Misschien is hij dronken van den wijn van God. HERODIAS: Wat wijn is dat, de wijn van God? Uit welken wijngaard komt hij? In welken wijnpersbak kan men hem vinden? TIGELLINUS: Waarover, Heer? HERODES: Waarover? Ah, ik heb een vraag tot u gericht, niet-waar? Ik ben vergeten wat ik wilde vragen.
Laat gij uwe gemalin honen? HERODES: Hij heeft uw naam niet genoemd. HERODIAS: Wat doet dat? Gij weet wel dat hij mij zoekt te honen. En ik ben uw gemalin, niet-waar? HERODES: Voorzeker, waarde en edele Herodias, gij zijt mijn gemalin, en voordien waart gij de gemalin van mijn broeder. HERODIAS: Gij hebt mij uit zijn armen weggerukt.
HERODES: Ik ben niet bevreesd voor hem. Daar is niemand voor wien ik bevreesd ben. HERODIAS: Het is zoo, gij zijt bevreesd voor hem. Indien gij niet bevreesd voor hem waart, waarom levert gij hem niet over aan de Joden die al zes maanden lang hem opeischen? EEN JOOD: Inderdaad, Heer, het zoû beter zijn hem aan ons over te leveren. HERODES: Genoeg hierover. Ik heb u reeds mijn antwoord gegeven.
Deze mensch braakt altijd smaadredenen tegen mij uit. HERODES: Hij heeft niets tegen u gezegd. Bovendien is hij een zeer groot profeet. HERODIAS: Ik geloof niet aan profeten. Kan een mensch zeggen, wat in de toekomst zal gebeuren? Niemand weet dat. Bovendien hoont hij mij altijd. Maar ik geloof dat gij bevreesd voor hem zijt. Ik weet zeer wel dat gij bevreesd voor hem zijt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek