Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Aulus braakte nog altijd. De Viervorst zat in een droom verloren en dacht niet meer aan Herodias. Toen hij haar meende te zien, in de nabijheid der Sadduceërs, verzwond zijn visioen. Het was geen visioen. Ver van Machaerous had ze Salome, haar dochter, die de Viervorst eenmaal lief moest hebben, laten opvoeden. En het was een goede toeleg geweest. Thans wist ze het zeker!

Wij zouden ook kunnen spreken over de onzedelijkheid van het dansen, maar wij zijn bevreesd voor de verontwaardiging van hen, die ons als vunzige zielen verre van zich zouden terugwijzen, omdat wij 't waagden het reine en verhevene met onze onreine gedachten te bezoedelen! Daar zijn er, die 't dansen afkeuren, omdat 't dansen van Herodias' dochtertje Johannes den Dooper den dood heeft gebracht.

Zij is als een liefdeskranke vrouw, een liefdeskranke vrouw die overal naar minnaars omzoekt. Ook is zij naakt. Zij is geheel naakt. De wolken trachten haar te bekleeden, maar zij wil niet. Zij waggelt door de wolken als een beschonken vrouw. Ik weet zeker dat zij naar minnaars zoekt. Waggelt zij niet als een beschonken vrouw? Zij gelijkt op een liefdeskranke vrouw, niet-waar? HERODIAS: Wel neen.

Mannaeï hield het bij de haren aan zijn gestrekten arm, trotsch op het gejubel. Hij legde het op een schotel en bood het Salome aan. Snel klom ze de tribune op. Na een lange pooze werd het hoofd teruggebracht door de oude vrouw, die de Viervorst's morgens was gewaar geworden op het platform van een huis, en straks in Herodias' kamer. Hij deinsde terug om het niet te zien.

Ik wil niet dat zij danst terwijl gij haar op deze wijze aanziet. In éen woord, ik wil niet dat zij danst. HERODES: Rijs niet op, mijn gemalin, mijn koningin, het zoû niet baten. Ik zal niet naar binnen gaan vóor zij gedanst heeft. Dans, Salome, dans voor mij. HERODIAS: Dans niet, mijne dochter. SALOME: Ik ben gereed, Tetrarch. HERODES: Wonder, wonderschoon!

Gij hebt schandelijke dingen tot mij gezegd. Gij hebt mij behandeld als een boel, als een lichtekooi, mij Salome, de dochter van Herodias, de Prinses van Judaia. Zie nu, Jokanaän, ik leef nog, maar gij zijt dood, en uw hoofd behoort mij toe. Ik kan ermeê doen wat ik wil. Ik kan het aan de honden voorwerpen en aan de vogelen des hemels.

Op het oogenblik wil ik uitsluitend gelukkig zijn. In waarheid ben ik het. Ik ben zeer gelukkig. Er is niets dat mij ontbreekt. HERODIAS: Ik ben blijde dat gij in zoo goede stemming zijt vanavond. Het is uw gewoonte niet. Maar het wordt laat. Laten wij naar binnen gaan. Bedenk dat wij morgen bij zonsopgang allen op jacht gaan. Aan de gezanten van Caesar moeten wij alle eer bewijzen, niet-waar?

Nog eenmaal wilde hij dat gebaar zien, en terwijl hij het afwachtte, ging zijn adem zwaarder, en zijn oogen schitterden. Herodias bespiedde hem. Hij vroeg: "Wie is dat?" Ze zeide er niets vanaf te weten, en ging, plotseling gerustgesteld heen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek