Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


"Steek hem dood!" riep Herodias den beul toe. "Houd in!" beval de Viervorst. Manaëi bleef onbeweeglijk staan; de andere evenzoo. Toen trokken ze zich terug, achteruittredend, ieder langs een andere trap, en zonder elkaar uit het oog te verliezen.

Met een wat linksch maar toch bevallig gebaar, wiekte die arm in de lucht, om een tunica te grijpen, welke op een bankje was blijven liggen. Een oude vrouw gaf ze zachtjes over, den voorhang terzijde schuivend. De Viervorst had een vage herinnering, aan iets dat hij zich niet omschrijven kon. "Is dat eene van uw slavinnen?" "Wat kan u dat schelen?" antwoordde Herodias.

Gij allen hebt het gehoord. De maan is rood geworden als bloed. Ziet gij niet? HERODIAS: O ja, ik zie het zeer wel, en de sterren vallen als onrijpe vijgen, niet-waar? En de zon wordt zwart als een haren zak, en de koningen der aarde zijn bevreesd. Dat tenminste kan men zien. Voor eenmaal in zijn leven heeft de profeet de waarheid gezegd.

HERODIAS: Gij ziet weêr mijn dochter aan. Gij moet haar niet aanzien. Dat heb ik u reeds gezegd. HERODES: Gij zegt niets anders. HERODIAS: Ik zeg het nog eens. HERODES: En de herstelling van den tempel, waarvan men zooveel gesproken heeft? Zal daar nu iets voor gedaan worden? Men zegt, niet-waar, dat het voorhangsel van het heilige der heiligen verdwenen is?

HERODIAS: Niet ter wille van hen blijft gij hier. HERODES: Ja, de lucht is kostelijk. Kom, Herodias, onze gasten wachten ons. Wee, mijn voet is uitgegleden! Mijn voet is uitgegleden in bloed! Een slecht voorteeken. Een zeer slecht voorteeken. Hoe komt hier bloed?... En dit lijk? Wat doet dit lijk hier?

Wat wilt gij dat men u brengt op een zilveren schotel, lieve en schoone Salome, gij die de schoonste zijt van al de dochteren van Judaia? Wat wilt gij dat men u brengen zal op een zilveren schotel? Zeg het mij. Wat het ook moge zijn, men zal het u geven. Mijn schatten behooren u. Wat wilt gij, Salome? HERODIAS: Ah! dat is wel gezegd, mijne dochter. HERODES: Neen, neen!

Iedereen heeft u hooren zweren. Gij hebt gezworen in 't openbaar. HERODES: Houd u stil. Tot u spreek ik niet. HERODIAS: Mijn dochter heeft wel gedaan u het hoofd van dezen mensch te vragen. Hij heeft niet opgehouden mij te smaden. Hij zegt afgrijselijke dingen tegen mij. Men ziet dat zij veel houdt van hare moeder. Geef niet toe, mijne dochter. Hij heeft gezworen, hij heeft gezworen.

Aretas, naam van eenige vorsten der Nabataeërs in Arabia Petraea. Een hunner, die zich in de joodsche zaken mengde, werd op bevel van Pompeius door diens quaestor M. Aemilius Scaurus verdreven en in de stad Petra belegerd . Een andere Aretas, wiens dochter met Herodes II Antipas gehuwd, doch ter wille van Herodias verstooten was, viel in Judaea ten tijde van Tiberius.

SALOME: Ik ben niet hongerig, Tetrarch. HERODES: Gij ziet hoe gij uw dochter hebt opgevoed. HERODIAS: Mijn dochter en ik stammen uit een koninklijk geslacht. Maar uw grootvader hoedde kameelen! Ook was hij een roover! HERODES: Gij liegt! HERODIAS: Gij weet zeer wel dat ik de waarheid spreek. HERODES: Salome, kom hier naast mij zitten. Ik zal u den troon uwer moeder geven.

HERODIAS: Daar zijn anderen die te veel naar haar zien. HERODES: Zijn vader was een koning. Ik heb hem uit zijn koninkrijk verdreven. En van zijn moeder, die een koningin was, hebt gij eene slavin gemaakt, Herodias. Dus was hij hier als het ware mijn gast. Daarom had ik hem hoofdman gemaakt. Ik betreur het dat hij dood is... Maar waarom hebt gij het lijk hier gelaten? Brengt het weg van hier.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek