Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juli 2025


Je hebt hier adellijke heeren en groote hanzen; daar behoor ik niet toe; waarachtig niet; ik ben niet van adel; ik ben geen groote hans; ik ben een parvenu, zoo je wilt." Henriette verliet de kamer. "Maar ik heb, Goddank! niemand naar de oogen te zien; dat's één geluk! Leve de vrijheid, en vooral hier in huis!

Geen vezel roerde op haar wezen, tenzij de pinkende rimpel die snokte aan hare beide wenkbrauwen. Ze kwam terug, keek Henriëtte geheimzinnig aan, zette zich op een sofa. Ik vraag het u, sprak ze traag, ik vraag het voor het laatst. Gij hebt mijn broer gezien. Was hij in een automobiel? Ja, in een donker automobiel. Wel, wel, een donker automobiel .... Was hij in de automobiel?

"Nu, neef De Groot"... zei Henriette vriendelijk... en wie weet hoe lief zij zou geweest zijn? maar het woord bestierf haar op de lippen, want de charmante trad binnen en maakte wat ik zijn "compliments de coutume" noemde. "Wel, juffrouw Henriette! Is de nachtrust goed geweest, na de fatigue van gisteren? Ik heb geen oog toe kunnen doen; ik was nog zoo geënthusiasmeerd van de muziek.

Noem hem niet, fluisterde ze triestig, ge doet me pijn, mijn vriend. Ze had vluggelings een vinger op haar mond geleid en verdween in de vestibule. De kamers die mijnheer du Bessy voor juffrouw Henriëtte in de Gretrystraat gehuurd had, waren te weelderig voor eene eerlijke vrouw en te zindelijk voor eene minnares.

Henriette verscheen er in eene japon van blauwe zijde, die haar niet volkomen zoo goed stond als haar wit négligé. Ik had de eer tusschen haar en mevrouw haar moeder te worden geplaatst. Mijnheer zat over mij, en de kinderen schaarden zich naar goedvinden. Bij het couvert van den oudsten, die trouwens ook al tien jaren telde, stond een karaf wijn zoo goed als bij het mijne.

In groote, vage massa's schaduw lag het park op den achtergrond, terwijl de glazen deuren der verlichte tuinkamer openstonden en buiten de theetafel blonk in den zachten, huiselijken glans, die er uit het vertrek vloeide. De kinderen waren naar bed, maar de meisjes, Marianne en Henriette, bleven nog op. En zij zaten allen in een grooten kring en luisterden, terwijl Truus thee schonk.

En zij lichtte haar kleinen wijsvinger op, en zag hem met alle mogelijke coquetterie in de oogen. De heer Van der Hoogen had er, wed ik, zijn mooie handschoenen voor willen verbeuren, indien hij had kunnen blozen. Maar zijn blos was wie weet waar? "Al weer foei!" hernam hij, "dat is nu toch niet edelmoedig, juffrouw Henriette!"

"Goeden dag, Mevrouw Huyck!" riep Henriëtte: "is het niet een recht lieve attentie van Mevrouw Van Bempden, dat zij mij wel mee wil hebben?" "'t Is klaar Joris!" zeide de knecht, het portier sluitende. "Vaartwel! Adieu!" klonk het over en weer: en het langzaam voortrollen der koets maakte een einde aan de afscheidsgroeten.

En zonder meer keerde zij zich om, en liep, vlug als een hinde, weder huiswaarts, ons toeroepende, dat wij maar langzaam zouden opwandelen, dat zij ons wel zoude inhalen. "Maar Santje!... wil ik niet met u gaan?" riep Henriëtte haar achterna, en was reeds van zins haar te volgen. "Blijf maar!

Mijnheer du Bessy, die met de komst van zijn nichtje zeer in zijn schik was, hetgeen misschien ook aan de toegestane gunsten van juffrouw Henriëtte kon geweten worden, noemde Francine, sinds haar verblijf te Interlaken, de Oreade of de Bergnimf.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek