Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


"Neen, Moeder, ik ben niet moede! Ik wou...." "Dat je naar bed gingt!" sprak moeder gestreng. "Ja, maar Moeder, 't is nog maar drie uren in den achternoen en nog veel te vroeg om te gaan slapen!" "Maar niet te vroeg om eens bedaard te liggen nadenken welk een verdriet gij uwe Moeder aandoet! Marsch, uit mijne oogen! Bij de Trompen heb-je voor eenen geheelen dag genoeg gegeten! Scheer je weg!"

Heb-je een bochel of kromme beenen, in twee maanden maakt zijne zalf je zoo recht als de stok, waarmede mijne lieve grootmoeder me placht af te ranselen in mijne prille jeugd! En die was recht hoor, niet mijne grootmoeder, neen, die volstrekt niet, maar de stok, en taai ook, dat verzeker ik je. 't Is, of ik het nog voel!"

"Kan een walvischvaarder zijn oud ambacht ooit vergeten, mijnheer? Krijgt men wel ooit genoeg van het genot van zulk een jacht?" "Heb-je in deze streken nog nooit gevischt, Ned?" "Nooit, mijnheer; alleen in de Noordelijke IJszee, zoowel in de Behring- als Davisstraten."

Ze spraken geen woord. Om de groote, vierkante mansvoeten puften stofwolken. De lucht was heet, laaiend-heet. Geen blad an de boomen bewoog. In de weiden stonden de koeien slap en zwaar bij de hekken. Alleen de kikkers schetterden bij het water. "Zie je den toren nog niet?" "Nee." "Heb-je je niet vergist in den weg?" "Nee mensch." "Ik val d'r bij neer." "Klaag nou zoo niet.

"Of niet 'n groot deel van de verdienste bij jóu ligt," antwoordde Go, 'm de hand toestekend. "Of jij me niet overal bij geholpen hebt, met je dictaten, met boeken, en met je eigen doceertalent. En dan.... hoe dikwijls heb-je me uit 't werk gehaald, als je vondt, dat ik overdreef, om te fietsen, of te tennissen ; zoodat ik weer heelemaal frisch thuis kwam."

"Neen, jongens, dank je vriendelijk," was het antwoord. "De kopjes en schoteltjes doe ik in een sleetje en neem ik meê naar huis. Maar den vuurpot en den ketel laat ik van nacht hier maar staan. Dat wordt anders maar heen- en weer sjouwen voor niemendal." "En heb-je goede zaken gemaakt?" vroegen de jongens blij, want zij wisten wel, hoe het antwoord zou zijn. "Goede zaken?"

Heb je zulk eene hevige kiespijn?" vroeg hij op meewarigen toon aan den cipier. "Verschrikkelijk!" kreunde de dikke sleutelbewaarder. "Je zoudt eigenlijk van mijn onfeilbaar middel gebruik moeten maken, goede vriend," zeide hij. "Probatum est!" "Heb-je dan een goed middel tegen kiespijn?" vroeg de cipier verheugd. "Een goed middel?" vroeg Fulco. "Neen, man, een best, onfeilbaar middel.

"'T is me een schoone vlootvoogd, die ons eenen oorlog op den hals haalt en niets dan verliezen weet te bezorgen," zeî de een. "De man is over het paard getild en meent nu dat zijn uil al een wonder mooie valk is!" sprak een tweede. "Daar heb-je nu den moed van dien Tromp! Veel geschreeuw en weinig wol!

Je moet alweer naar zee, Huib, anders, en 't is zoo vast als een ringbout in het dek, heb je, eer we een jaar ouder zijn, even als de wolf, je tanden overleefd!" "Maar ik en heb geen zin meer in het varen!" gaf ik eenigszins schoorvoetend ten antwoord. Rrrt, daar vloog de netzak met bot de Maas in en stampvoetende van kwaadheid, riep hij: "Daar heb-je 't! Daar heb-je 't!

"Neen, ik en durf niet!" luidde zijn antwoord. "Nu, jongens, wat is het? Heb-je wat te zeggen, dat ge niet en durft uit te brengen?" klonk het andermaal. Thans vatte ik moed en wat vooruit komende, zeide ik: "Meester, wij zijn volleerd en weten genoeg; wij gaan met de volgende week naar zee!"

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek