Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Met meer kunde en met meer voorzichtigheid gingen de Vlaamse oversten te werk; door alle andere ware dit ogenblik tot een aanval gunstig gekeurd geweest, en hij zou wellicht over de beek gekomen en de Fransen op het lijf gevallen zijn; maar Gwyde, en Jan Borluut, wiens raad hij geloof gaf, ziende dat hun standplaats zo voordelig was, wilden dezelve om een gedeeltelijk voordeel niet verlaten.

Adolf van Nieuwland en Arnold van Oudenaarde volgden hem van nabij, zij streden zo verwoed, dat de vijanden op hun wonderdaden verschrikten, de ruiters vielen voor hun zwaarden als door toverij neer. De meeste Vlamingen lagen nu overhoop en de Fransen schreeuwden met recht "Noël! Noël!" want niets scheen de benden van Gwyde te kunnen redden.

De beroepen ridders en steden waren meest al aangekomen; alle soorten van wapenknechten bevonden zich onder het bevel van Gwyde.

De voornaamsten onder hen waren Jan Graaf van Namen en de jonge Gwyde, beide broeders van Robrecht van Bethune, Willem van Gulik, hun neef, Priester en Proost van Aken, Jan van Renesse de moedige Zeelander, Jan Borluut de held van Weeringen, Arnold van Oudenaarde en Boudewyn van Papenrode.

Gwyde bezag hem in deze houding en verwonderde zich over de edele moed van De Valois, want hij bemerkte dat de rampen die het Huis van Vlaanderen getroffen hadden, de goede Fransman bedroefden. Opeens rees Charles de Valois met een blij gelaat recht in de zadel, legde zijn hand op de hand van Gwyde, en sprak: "Een ingeving des Heren!" Gwyde bezag hem met nieuwgierigheid.

In dezelfde morgen dat Gwyde bezig was met de trouwe diensten van Deconinck en Breydel te belonen, had de Franse Veldheer zijn voornaamste ridders tot een prachtig gastmaal genodigd.

"Weet gij er nog niets van?" "Geen woord!" "Wel, wij vertrekken overmorgen met onze Graaf Gwyde naar Frankrijk." "Wat is dit, Diederik, mijn vriend? Gij schertst hoe naar Frankrijk?" "Ja, ja, heer Robrecht, om de Franse Koning te voet te vallen en vergiffenis te vragen.

Machteld minde hem niet en hij, wiens ziel geen ander gevoel dan liefde tot haar voeden kon, hij mocht niet spreken... "Ja," morde hij in zichzelf, "ten tijde dat Gwyde nog Graaf van Vlaanderen was, had ik het wel durven wagen haar mijn liefde te betonen, alhoewel ik haar onwaardig ben. Maar nu nu haar Vader geen kroon meer draagt, zou die uitdrukking haar als een kleinachting voorkomen.

De edelmoedige Fransman deed zoveel bij de Koning, zijn broeder, dat deze tot de genade overhelde, en Gwyde alleen ten Hove ontbood. De oude Graaf, vol strelende hoop, begaf zich met betrouwen naar het koninklijk paleis. Hier werd hij in een grote en prachtige zaal geleid.

Robrecht drukte de jonge Gwyde met tederheid op zijn hart: dan wendde hij zich tot zijn andere broeder, Jan van Namen, en na dezelve omhelsd te hebben sprak hij: "Mijne heren, ik zou mij om hoge reden niet bekendgemaakt hebben, maar het wordt mij een plicht u iets te zeggen dat uw besluit moet doen veranderen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek