Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Deconinck stond nog met gebogen hoofd te denken; hij luisterde wel op hetgeen er gezegd werd, maar dit belette hem niet in zijn overwegingen voort te gaan. Eindelijk vroeg Gwyde hem welke middelen hij in zulke droeve toestand kon aanwijzen.

Er werd dan nader bepaald dat Deconinck zijn volk te Damme en te Aardenburg legeren zou; Willem van Gulik moest naar Duitsland om zijn ruiters te halen; de jonge Gwyde zou de soldeniers van de Graaf, zijn broeder, uit Namen aanbrengen. Mijnheer Van Renesse vertrok naar Zeeland, en de overigen ieder naar zijn heerlijkheid, om alles tot de algemene opstand bereid te maken.

"Hij zal u genadiglijk ontvangen en het land van Vlaanderen en uw dochter doen verlossen, wees zeker van mijn woorden, want mijn broeder is in de afwezenheid der Koningin de grootmoedigste Vorst." "Gedankt zij uw goede Engel om die gelukkige ingeving; en gij, Meneer De Valois, om uw edele moed!" sprak Gwyde met blijdschap.

Het gelukte De Clermont aan die zijde een vastere grond te vinden, hij geraakte met al zijn ruiters over de beek, en viel plotseling op de benden van Gwyde.

Mits Willem van Gulik al de krijgsknechten naar Kassel gevoerd had, wist Gwyde geen ander middel dan de ambachten van Brugge op te roepen.

Willem van Gulik, Jan Borluut en Boudewyn van Papenrode bevonden zich aan de linkerzijde, terwijl de jonge Gwyde met Jan Breydel en de andere voornaamste ridders aan het voeteinde met gebukt hoofd op de gewonde staarden.

Op het ogenblik dat zij elkander de hand drukten om zich te verlaten weerhield hen de zwarte ridder met een wenk, en sprak: "Mijne heren! ..." Zijn stem bracht de verbaasdheid op de aanzichten der ridders, zij bezagen elkaar met een vluchtige blik om hun eigen aandoeningen op het gelaat van anderen te zoeken. Maar de jonge Gwyde sprong vooruit en riep: "O zalig uur!

Ik gevoel uw droefheid alsof uw rampen mij getroffen hadden. Alle hoop is niet verloren; mijn koninklijke broeder zal, op mijn bede, het verleden vergeven en vergeten." "Mijnheer De Valois," antwoordde Gwyde, "gij bedriegt u. Uw Vorst heeft getoond dat Vlaanderens ondergang zijn hoogste wens is. Heeft hij mijn onderdanen niet tegen mij opgestookt?

"Ik wilde het wel in brand zien," morde De Chatillon, "het kost mij een paard en een trouwe dienaar." Nu wendde de ridder die de leliën op de borst droeg zich om, en sprak: "Mijne heren, dit slot is het verblijf van de ongelukkige Landheer Gwyde van Vlaanderen een vader wien men zijn kind ontrukt heeft, en wiens land wij door het geluk der wapenen gewonnen hebben.

De 10e augustus 1304 had de zeeslag tussen de twee vloten plaats; het gevecht duurde twee dagen, van de morgen tot de avond: de eerste dag was het voordeel aan de zijde der Vlamingen en wellicht zouden zij de zege ten volle behaald hebben, maar hun schepen des nachts op een zandplaat vastgeraakt zijnde, werden zij des anderendaags door de Fransen, onder de befaamde zeeoverste Reinier Grimaldi, geslagen; hun schepen werden verbrand en de jonge Gwyde verviel met vele anderen in de handen van de vijand.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek