Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Op bevel van Gwyde, verliet hij de legerplaats en trok binnen Kortrijk, om zijn mannen de hoognodige rust in goede herbergen te laten genieten. Zodra de Gentenaren vertrokken waren, kwam Jan van Renesse binnen het vierkant en riep: "Wapens op! Stil!"

Eerst had hij van de Graaf Gwyde onmogelijke dingen geëist, om hem tot ongehoorzaamheid te dwingen; dan had hij zijn dochter Philippa in hechtenis gehouden en eindelijk het land van Vlaanderen door het geweld der wapenen ingenomen en verbeurd.

Mijn broeder, mijn lieve broeder, uw stem dringt tot in de grond mijns harten!" Met onstuimig geweld rukte hij de helm van het hoofd des zwarten ridders en sloeg hem de armen met liefde om de hals. "De Leeuw, onze Graaf!" was de algemene galm. "Mijn ongelukkige broeder," ging Gwyde voort. "Gij hebt zoveel geleden; ik heb uw gevangenis zozeer betreurd maar nu, o heil!

"Die onderwerping," hernam de Koning, "komt laat; gij hebt u met Edward van Engeland, mijn vijand, tegen mij verbonden: gij zijt als een ontrouwe Vazal tegen uw Heer opgestaan en gij zijt hoogmoedig genoeg geweest om hem de oorlog te verklaren: uw land is om uw ongehoorzaamheid verbeurd." "O Vorst," sprak Gwyde, "laat mij genade voor u vinden.

In het Vlaamse leger waren slechts de vijfhonderd Naamse ruiters die Gwyde met zich gebracht had: wat vermocht dit klein getal tegen de schrikkelijke hoop der vijanden? "Wat zullen wij doen?" vroeg Gwyde. "Hoe zullen wij het Vaderland toch redden?"

De treffelijke stoet die langzaam over de brug kwam, bestond uit de volgende heren en vrouwen: vooraan reed de tachtigjarige Gwyde , Graaf van Vlaanderen, op een bruine draver. Zijn gelaat droeg het kenmerk ener zalige onderwerping en stille droefheid; door ouderdom en rampspoed neergedrukt, hing zijn hoofd zwaar voorover, zijn wangen waren door lange rimpels verdiept.

Het volk liep te wapen, Wethouders en Leliaards werden vermoord en de voornaamste Burgers brachten de sleutels der stad aan de jonge Gwyde, wie zij een eeuwige trouw toezwoeren.

Gedurende die tijd stierf de oude Graaf Gwyde te Compiègne, in zijn gevangenis; Johanna van Navarra overleed insgelijks. Eindelijk werd de vrede tussen Philippus van Vlaanderen en Philippe le Bel gesloten en getekend. Robrecht van Bethune, met zijn twee broeders Willem en Gwyde en met al de andere gevangen ridders, werd losgelaten en naar het Vaderland teruggezonden.

Ieder zocht een vriend of een makker om de reis door samenspraak en boerterij te verkorten; zelfs waren veel vrouwen tot bij de ridders genaderd. Niettegenstaande was Gwyde van Vlaanderen met Charles de Valois nog vooraan, want niemand zou onbeleefd genoeg zijn om hen voorbij te rennen.

Eindelijk suisde zij enige woorden in het oor van Philippe le Bel, en deze sprak met luider stem tot Gwyde: "Ontrouwe Vazal!

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek