Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Zij zit daar met het hoofd in haar slanke witte vingers, het breekt haar het hart, dat hij harer onwaardig is. Het is voor Guy een genot dit te zien, geen marteling. Als zij niet van hem hield, zou zij zich zijn uitspattingen dan zoo aantrekken? Als zij hem niet beminde, zou zij er dan zoo diep onder gebukt gaan, dat Guido Amati zulk een losbol is?

"Waarom niet, als ik goed genoeg kan dansen, om hen te behagen? Kapitein Guido heeft mij gisteravond zulk een grooten dienst bewezen, dat ik wel iets tot zijn belooning en voor zijn genoegen mag doen, en senor Oliver is iemand, die tot mijns vaders huishouding behoort en als zoodanig een goede bekende." Bij deze woorden deinst Oliver een stap achteruit.

Maar 31 Mei 1567 viel hij in handen van zijn vervolgers en werd hij veroordeeld tot den strop. Zoo werd ook hij een martelaar voor het Evangelie. Doch ook na zijn dood bleef Guido de Brès tot zegen voor onze vaderlandsche Kerk.

133 gingen wij voort tusschen de gemartelden en de hooge tinnen. Voortzetting van den zesden ommegang. Deze zang bevat de ontmoeting met Farinata degli Uberti, gedurende welke Dante ook wordt toegesproken door Cavalcante Cavalcanti, den vader zijns vriends Guido Cavalcante. 1 Voort gaat nu, langs het enge pad tusschen den wand der aarde en de martelaren mijn Meester en ik achter zijne schouders.

GUIDO: Simone, Uw roekelooze tong roept om den breidel. En dan vergeet gij 't bijzijn van Mevrouw hier Wier teedere ooren zeker niet gestemd zijn Op zoo platte muziek. SIMONE: 't Is waar, 'k vergat het. Het zal niet meer gebeuren. Maar gij koopt dus, Mijn goede Heer, het gala-kleed. Niet-waar? Maar veertig duizend kronen. 'n Bagatel Voor iemand die Giovanni Bardi's erf is.

Die laffe roeiers van de barge zullen mij geen kwaad doen. Gij weet, dat ik op Hispaniola Spaansch heb geleerd en het zoo goed spreek, dat ik er mij zelf haast om veracht. Ik ben van plan te gaan als een Spaansch officier, onder den naam, waarvan ik mij bij mijn vorige bezoeken aan Antwerpen reeds bediende: kapitein Guido Amati.

Dan merkt zij naïef op: "Gij zijt mijn naam te weten gekomen gij weet nu, dat ik de dochter van den Viceroy ben, kapitein Guido Amati. Gij gij ziet, dat ook ik uw naam ben te weten gekomen. Of beter gezegd: majoor Guido Amati." "Majoor?" "Ja; bevorderd sedert vanmorgen!" "Maar uw vader ?" "O, ik heb hem er niets van gezegd. Gij zijt afwezig zonder verlof.

Beloof mij, Guido," en er klinkt angst uit zijn stem, "dat indien gij hier niet kunt slapen, gij tenminste iederen avond en iederen morgen zult komen, om te zien, of de postduiven bericht van mij hebben gebracht. Ik zal zes duiven meenemen. Gij weet, dat het schelletje het teeken geeft, als de duiven de til binnen zijn gevlogen.

"O, dat weet ik nog niet," merkt de jonge dame op, en zegt met schalkschheid in haar toon, maar met trillende lippen: "Men fluistert ook, dat kapitein Guido Amati een zeer wild jongmensch was. Ik hoop, dat majoor Guido Amati zich beter zal gedragen. Men zegt echter tegelijk, dat gij de dapperste officier van het leger zijt." En het meisje kijkt hem verheugd, stralend en trotsch aan.

Dit is de geschiedenis van de tijdschriften. Maar daarbuiten staat die eene groote gebeurtenis: de herleving van Guido Gezelle, die stil-aan weer aan het zingen ging en juist omstreeks '90 zijn prachtigste verzen schreef, zijn Tijdkrans en zijn Rijmsnoer.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek