United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoodra hij scherper toekeek, ontwikkelden zich steeds meer de stuitende trekken van een oud, verschrompeld vrouwengezicht en weldra stond het appelwijf van de Zwarte Poort voor het boekenrek. Zij grijnsde hem tegen en lachte om hem en riep met schelle gilstem: „Zoo, zoo, kindlief! moet je hier zoo zitten?

Het joodje, klein en schuw in het licht, drensde nog voort, zwaklijke stem haast gedoofd door 't wringend gesuis van het ijzer der assen en wielen. De potjongen, bleek en met vuile vegen, grijnsde 'm toe, stampend het boort in de mortier, die hel henen lachte over 't lawaai. "Kom nou heerè, heerè, heerè! D'r wordt wat verkoch!".....

De aap liet driemalen de reeds ontvangen specie in den hoed rammelen, en toen, ziende dat de jager aan zijn verzoek geen gehoor gaf, grijnsde hij hem op een kwaadaardige wijze aan, en vervoegde zich bij meer milddadige toeschouwers.

Op vijf pas grijnsde mij iedere kwast op straat na, en als ik dan vroeg, wat dat grijnzen te beduiden had, dan zeiden zij allen, alsof zij het afgesproken hadden: "O, niets, niemendal!"

Die merken dan dat wij hier zijn en van plan om hen in de uitoefening van hun bedrijf te storen. Domkop, grijnsde Sandar mij aan. Nu naderde Osko. Ook hij nam het air aan van een zorgloos onbevangen mensch. Hij zag er niet uit als een rijkaard, en hij kwam ook zonder ongelukken voorbij. Nu moest Halef komen. Voor hem had ik alle reden tot bezorgdheid.

Bij al zijn ontzetting was er toch ongeloof in de oogen van Johannes. Zoo snel? Die pracht was zoo even, en nu reeds ...? 'Geloof je mij niet? grijnsde Pluizer. 'Er ligt een halve eeuw tusschen toen en nu. Daar is uur noch tijd. Wat eenmaal was, zal altijd zijn, en wat worden zal, is altijd geweest. Je kunt het niet denken, maar moet het gelooven.

Maar opeens grijnsde hem die gevilde, ronde katerskop toe uit de donkerte, de diep uitgeholde oogpunten blekten en de tanden stonden naaldefijn in den openen muil, en uit éénen kop werden er tien eerst dan wel duizend, overal zotgekkende katerskoppen op dat gevild konijnenlijf en ze loechen om Treite's fijnen streek die nu ontdekt was, belachelijk gemaakt; en wat hij al zocht om 't spel een anderen draai te geven, met die koppen kon hij geen raad vinden.

Dagen en dagen achtereen daalde er als een zondvloed van sneeuw uit de zwarte wolken; het huis was tot aan den nok begraven; wilde men naar buiten gaan, dan moest men door de schouwe uitklimmen, of zich, met ongeloofelijke inspanning, een pad banen door de opgehoopte, vastgevroren sneeuw. En den vermetele, die het waagde, de woning te verlaten, hem grijnsde daar buiten de dood aan.

Hij liet zelfs zijn handen neerhangen langs zijn zijden en joeg den ander op zonder zich te verdedigen, waarmee hij een poging deed hem te lokken. Cannam grijnsde uitdagend maar zag er van af, voordeel te trekken uit de dus geboden kans. Twee minuten gingen voorbij en toen kwam er een verandering over Glendon.

Dof rommelde de trom. "Nu zal 't ze duidelijk zijn," grijnsde de Duivel. "Ik heb er vannacht een gesnapt, die stond net als een paard te slapen. Hij kan er in den Hemel of hel over nadenken." De officieren zwegen steeds. Wie durfde een woord te spreken? De Duivel zag hen aan en gromde: "Ik ben blij, dat ge 't mij eens zijt, en, versta me wel, ik verwacht van u hetzelfde.