United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De persoon, die met zooveel behendigheid een goudstuk onder de hand van den croupier heeft weggemoffeld, wordt openlijk in het gelijk gesteld. 't Was een vergissing. De persoon die den dief heeft betrapt zal zich vergist hebben. "Messieurs faites votre jeu!"

Nu dwaalden de twee kinderen in het bosch rond; zij zochten den weg naar huis, maar zij vonden dien niet en verwarden zich meer en meer. Eindelijk ontmoetten zij een jager. Hij vroeg: »bij wie hoor jelui thuis, kinderen?« »Wij zijn de kinderen van den armen bezembinderantwoordden zij, en zij vertelden, dat hun vader hen verlaten had, omdat er iederen ochtend een goudstuk onder hun kussen lag.

Sinds Phémie weg is, ben ik melancholiek; nu heb ik tenminste gezelschap." "Heeren," riep Colline uit; "kijkt als het je blieft eens, de wind is naar het Zuiden gedraaid: we zullen dejeuneeren." "Dat geloof ik graag," zeide Marcel, terwijl hij een goudstuk van de tafel nam; "hier heb je er een, dat we eens lekker zullen laten braden, en met veel jus ook."

Een horloge wekte een geresigneerd schouderophalen en maakte verder geen indruk. Geld wilden ze zien; maar ze waren teleurgesteld en hadden het zich heel anders voorgesteld. Zelfs een goudstuk liet hen koud; een stukje papier hadden ze liever. Daarentegen imponeerde hen onze voorraad patronen kolossaal.

Hy is goed voor z'n medeburgers, voor z'n echtgenoot, voor z'n kinderen, voor z'n vrienden, voor z'n dienstboden. Wie er anders over denkt, mag zich ook wel gaan verbeelden dat 'n goudstuk in 't donker zich amuzeert met in 'n cent te veranderen. Feilen, fouten, vergissingen, dwalingen ... wie heeft ze niet?

Toen het rijtuig Elze voorbij reed, werd ze koud van schrik: de koning had haar wonder-doordringend aangezien. Ze dwong zichzelve echter haar muts af te nemen; en greep toen doodsbleek een goudstuk van den grond, dat de koning haar toe had geworpen. In de verte hoorde ze het volk juichen, en zag ze jonge mannen hun mutsen zwaaien, waar het rijtuig voorbij reed.

In een uur zaagde men met de kleine vijl de dikste tralie door en met het goudstuk kon ik bij den eersten uitdrager de beste mijn kapotjas ruilen voor een burgerjas. U begrijpt wel dat iemand, die menigmaal in onze rotsen jonge arenden uit hun nesten had gehaald, er niet veel in zag uit een raam nog geen dertig voet hoog op straat te komen; maar ik wilde niet ontsnappen.

Op het gelaat van den speler is geen bijzondere gewaarwording te lezen. Nochtans zijn hand trilt zichtbaar als zij in 't einde het straks teruggehouden goudstuk op "rood" zet. "Vingt; noir, pair, passe!" roept de croupier. Het gelaat van den jongen man is nu doodelijk wit geworden. Hij ziet naar de schatten van den croupier en ook vluchtig naar de stapeltjes goud van den matrone die naast hem zit.

"Es 't woar bezinne?" deed hij, even opkijkend, zonder zijn werk te staken. "Joa 't, kom-e kier hier." Hij naderde, schalks glimlachend in zijn gelen baard, en ook zijn lichte blauwe oogjes lachten, alsof hij een grapje verwachtte. "Kijk, da es ne cadeau veur ou, van den jongen baron." En zij reikte hem het schitterend goudstuk toe. "Alweere!" schertste hij, zonder het stukje aan te nemen.

"Een eigen boerderij .... Ja ja en je hebt 't hem nog niet betaald gezet." Dien dag speelde magere Hein verreweg het beste, zoodat de kompanen in de herberg er zich over verwonderden. Gerard verloor goudstuk na goudstuk, en toch scheen het, dat hij geheel in zijn spel verdiept was.