Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Dat zijn de wijsgeeren, Johannes. Maar als Hein komt, is het met hun gezoek óók uit. 'Dat is vreeselijk, Pluizer. 'O neen, volstrekt niet. Hein is een heel goedig man. Maar hij wordt miskend. Iemand stommelde buiten de kamerdeur op de trap. Klos! Klos! klonk het op de houten treden. Klos! Klos! nader en naderbij. Toen tikte iemand tegen de deur en het was alsof ijzer op hout tikte.

Evenals de Amerikanen der Noordelijke Staten, droeg hij een kinbaard, zonder knevels of bakkebaarden en stelde zoo het type daar van den echten Yankee van Nieuw-Engeland. Hij was op de geheele plantage, hoe uitgestrekt ook, bemind; want hij was goedig. Men gehoorzaamde hem gaarne; want hij was rechtvaardig.

Ze voelde de tranen, als warme druppels, van haar wimpers glippen; zij voelde een dringend verlangen naar Henk, wien zij haar verdriet wilde klagen; hij ook had haar zoo lief, en kon haar zoo vriendelijk in zijn onhandigheid troosten; zijn stem alleen reeds, zoo goedig en zwaar, was als een balsem. En zij snikte langzaam voort en bedacht, hoe onaangenaam toch die bouderie met Betsy was.

Tantes loge was een uitkomst.... Haar man stond in de serre met een groep heeren, den heer Verstraeten, den heer Hovel, Otto en Etienne Van Erlevoort, die druk redeneerden, en hij luisterde toe, met zijn groot dik lichaam de bladeren eener palm verdrukkend, een ietwat dommen lach op zijn goedig gelaat.

Wij sarden hem, als zijn meester er niet bij was, met lange stokken, waarmede wij hem op den kop of op de ruige vacht tikten, wat hij eerst eenige oogenblikken goedig toeliet, doch daarna plotseling met een woest gebrom beantwoordde. Och, och, wat wisten wij van beenen maken. Pieter-neef, die ook in ons gezelschap was, zag doodsbleek van den schrik en liep, of de dood hem op de hielen zat.

Goedig van aard en zeer voorkomend, trotsch op zijn rol in 't leven, had hij bij het waarnemen der honneurs van zijn huis iets van den grand seigneur, van Porthos, den musketier, ontsnapt uit de grotten van Locmaria en hotelier geworden te Audierne.

Op onze beurt komen wij ook aan deze hut, die, even als in de dorpen van de Andes, leemen wanden en een vooruitstekend dak heeft, dat op palen rust. Deze zeer deftige hut wordt bewoond door een Indiaan met een vrij goedig voorkomen, die een kleinen ronden hoed met smallen rand bezit, waarmede hij zich bij onze verschijning aanstonds het hoofd dekt.

Pencroff was plotseling opgestaan en zijn goedig breed gelaat verbleekte, toen de reporter hem een gestopte pijp aanbood en Harbert een gloeiende kool. De zeeman wilde een woord uitbrengen, maar dat gelukte hem niet. Hij vatte de pijp en bracht haar aan zijn lippen; vervolgens legde hij ze tegen het kooltje en deed vijf of zes lange trekken.

Zijne knieën staken puntig nevenseen en hij tokkelde met al zijne vingeren erover. Hij zei kort: Doe niet gek. Ik ben niet in staat om het aan te zien. Ze schrikte en stond schielijk overeind. Nog nooit had hij haar op deze barsche manier aangesproken. Ze schreef het seffens toe aan zijne overspanning, keek hem goedig in de oogen, blikte ongeloovig-verwonderd.

Zij lachte slechts. "Maak u maar niet bezorgd, tante!" "En de oude barones, kind, hebt gij haar gesproken?" "Neen, tante, ik geloof dat zij mij niet wil zien." De oude vrouw stond haastig op, en haar goedig gezicht zag er een oogenblik onbeschrijfelijk bitter uit; zij had een hard woord op de lippen, maar een blik op het bleeke meisje vóór haar deed haar zwijgen.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek