Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Zie, ik dacht dadelijk, dat moet ik voor de krant eens opstellen, zonder namen te noemen. Ja mijnheer, in mijn vuur zou ik de kluts kwijtraken om geregeld te vertellen. Mijn voeten worden koud, wacht ik zal eerst een kooltje nemen.
Zoo herinnert men zich te Reusel dan ook nog, dat de bruid moest springen over een kooltje vuur, dat in een vooraf geteekenden kring gelegd werd. Het vruchtbaarheidsidee treedt dan ook bij het Dietersche blokhouwen op den voorgrond. Blijft de bijl stevig in het blok zitten, dan beduidt dit een krolköpke; anders blijft het huwelijk onvruchtbaar.
Toen ruimden ze samen de kamer benee, sprenkelde hij water, haalde-die turf en 'n kooltje bij Reggie. Aldoor bewreven ze mekaars nabijheid, zij lacherig, schuw door dat plotslinge, hij bleek, met scherpe, nerveuze gebaren. Dan waren ze weer boven, op zijn kamer, hij 'n waschkom dragend, zij de la van de tafel met de kam, de zeep en de doeken.
Integendeel, ze wreekt zich. Het was zuivere harte-paedagogiek. Zichzelf gewaagd, om den jongen te winnen. Zichzelf gewaagd, niet in zwakheid, maar in kracht. Doch ik zou bij dat alles haast mijn zuster en de doove kolen vergeten? Toch niet. Ik had hier echter een kooltje onder de asch, dat ik eens even moest oprakelen. Misschien kon iemand er zich aan warmen. En nu weer naar den vuurhaard.
"Weet u ook hoe het Zondag bij Reijmeringer gegaan is?" vroeg Jannetje plotseling. Vader keek onaangenaam verrast op, klopte zijn pijp uit en stopte een versche; toen nam hij een kooltje vuur: "Ja.. pf!.. d
De oude schout liet zich ook nu inderdaad door den vink bij den neus nemen; maar Frederik zag spoedig, hoe de vork in den steel zat; en, toen hij bemerkte, dat de vink zijne vrouw een knipoogje gaf, dat zij met hem uit één vaatje tappen zou, dacht hij: "Wacht, nu zal ik je wel beet hebben!" Hij stond op en zeide, dat hij in de keuken een kooltje voor zijn pijp wou gaan halen.
Hij stopte ze zelf, stak ze aan een kooltje vuur aan en scheen het gelukkigste vierhandige wezen ter wereld te zijn. Men begrijpt dat deze overeenkomst van smaak den vriendschapsband tusschen Jup en Pencroff nog nauwer toehaalde. "Het is misschien een mensch," zeide Pencroff soms tegen Nab. "Zou het je verwonderen als hij op een mooien dag met ons begon te praten?"
Hij was een uitgedoofd kooltje vuur, een klein, levend stukje asch, dat nog niet heelemaal koud was, en zich stijf bewoog, met plotselinge rukken en schokken, als een automaat. Een windstoot zou hem weggeblazen hebben. Hij woog negentig pond. Maar het groote, het geweldige in hem was de kracht waarmee hij regeerde. Oolong Atol was honderdveertig mijlen in omtrek.
Eindelijk, toen de pijp goed aan was, liet hij het kooltje vallen en zette zijne muts nog verder naar achteren; toen trok hij de schouders op en ging voort, met een lachend gezicht: Zij vroegen me ook: Hoe zijn die Tscherkessen, daarginds? of wel: Hoe zijn de Turken, tegen wie gij daar vecht, in den Kaukasus?
Met de grootste bedaardheid stopte de oude zijn pijp verder, en nam toen met zijn bloote vingers een kooltje uit een klein vuurtje, dat op een steen lag te gloren, alleen om den baas te dienen, bij het aansteken. Toen hij eenige trekken gedaan had, riep hij op den toon van een generaal-veldmaarschalk: Op! Vat aan, dappere jongens! Wij moeten de piasters verdienen, die wij gekregen hebben.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek