Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
Want wij wonen niet, gelijk gijlieden, in vaste steden en huizen, maar zijn gewoon op onze paarden om te zwerven, en onder onze tenten slechts tijdelijk te rusten. Ons goud zullen we met ons voeren, en de verborgene groeven, die nog groote schatten kunnen leveren, ontoegankelijk maken.
Uwe fout, in mijne oogen, is niet zoo zeer dat gij roomsch of priester, maar dat gij met de predikanten en de rabbi's de vertegenwoordiger zijt van eene opvatting der menschelijke natuur die mij onmenschelijk voorkomt. Gijlieden van de godgeleerde fakulteit zijt in onze zamenleving een element van gewigt, en mijn stelsel brengt mede dat ik den hoed voor u afneem.
Het gezicht van den Grooten Beer nam een uitdrukking van oolijkheid aan, toen hij vroeg: "Waarom wilt gijlieden juist op een plaats komen wonen, waar geen water is, en waar geen enkel grashalmpje groeit? De blanke koopt alleen zulk land, dat hem groot voordeel oplevert. Ik raad uw gedachten. De steenen, de rotsen hebben waarde voor u." "Zoo is het.
Ik heb er menig gezien, ouder en sterker dan gij, die niet terstond zoo rustig bleef. Doch laat ons nu aan andere dingen denken! Reizigers zooals gijlieden, die zeker een langen togt gemaakt en hier in de wildernis zeker niet veel op uw weg gevonden hebt, verlangen alligt naar eenige versterking. Wilt mij dan volgen!
Roestink zag haar even glimlachend aan. »Wees gerust, juffrouw! ik persoonlijk heb niets met hem te maken, maar mijn zwager is hier, zooals gijlieden mogelijk gehoord zult hebben, tot rijks-ontvanger aangesteld en verlangt een jong klerkje, dat hem eenige handreiking kan doen; genoemde Frederik Rosemeijer heeft zich aangemeld, zijne bekwaamheden schijnen voldoende, maar bij een post als dien van mijn zwager zijn eerlijkheid en accuratesse onmisbare voorwaarden, de jonkman dien wij niet kennen, heeft zich op u beroepen als die voor zijne moraliteit zou willen getuigen; wat zegt gij van hem, is hij betrouwbaar, kan mijn zwager hem nemen?"
En van het oogenblik dat ik niet op dieet gesteld zal worden, zal ik de gehoorzaamste en de onderworpenste van alle zieken zijn. Maar.... lieve vrienden, komaan laat hooren, hebt gijlieden geen honger?"
De Roodhuiden hadden hun gezicht blauw en geel geverfd. Dit ziende, vroeg Winnetou hun: "Zijt gijlieden krijgslieden van de Timbabatsjen?" "Ja." "Wie is uw aanvoerder?" "Tsjia-nietfas." "Waar is hij?" vroeg Winnetou verder. "Aan het meer." "Met uw hoevelen zijt gijlieden hier?" "Honderd man." "Zijn er nog andere stammen ook hier?" "Neen.
"Nu! gijlieden zult ook wel niet om een gulden het fiche hebben gespeeld," hernam zij wat gedwongen, en trad een stap of wat terug. Dat was waar, maar toch hoog genoeg, om mijn verlies bij guldens te berekenen. Ik reikte den kapitein een muntje toe en verzocht de zaak voor mij met den generaal en hem zelven in orde te maken. Francis zag dit aan met eene onbeschrijfelijke uitdrukking van misnoegen.
In zijn plaats zou ik de zaak eenvoudiger behandelen en niet telkens mijn machine opwinden; ik zou regelrecht het menschdom bestieren, en de mazen doorbreien, zonder den draad te breken; ik zou geen buitengewone hulpmiddelen aanwenden. Wat gijlieden den vooruitgang noemt, beweegt zich door twee drijfveeren, de menschen en de gebeurtenissen.
Er is een uitgang achter de hof, langs dewelke het u kan gelukken aan uw bloeddorstige vijanden te ontsnappen. Verkleedt u, en stijgt te paard: dan zal ik met mijn dienaren ter deure uitgaan, en terwijl ik aldus de aandacht der beenhouwers tot mij zal trekken, zult gijlieden ijlings langs achter naar de vesten vluchten. Bij de Smedenpoort is de muur afgebroken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek